vlag Eritrea E R I T R E A Wikipedia Landenweb
Opp.: 117.600 km² (4 x België)    Inw.: 6,2 miljoen (2013)   (53 inw./km²)    Regeringsvorm: republiek    Hoofdstad: Asmara   Religie: islam, christendom

locatie Eritrea Eritrea

Eritrea is een land in het oosten van Afrika. Het grenst in het noordwesten aan Soedan, in het zuiden aan Ethiopië, in het zuidoosten aan Djibouti en in het oosten en noordoosten aan de Rode Zee.
Het reliëf wordt gedomineerd door de uitlopers van het Ethiopisch Hoogland in het noorden en door een woestijnvlakte dalend naar het oosten toe. In het noordwesten vindt men een heuvelachtig terrein en in het zuidoosten vlaktes. Het land heeft een hoog centraal plateau dat varieert van 1800 tot 3000 meter boven zeeniveau. De rest van Eritrea bestaat uit een kustvlakte, westelijke laaglanden en zo'n 300 eilanden.
Het hoogste punt van Eritrea is de berg Soira (3018m).

Politiek
In 1950 besloten de Verenigde Naties dat Eritrea deel van een federatie met Ethiopië zou worden. Op 2 december dat jaar ging de federatie van start. Eritrea kreeg een eigen parlement en ambtenarenapparaat. Tevens verkregen afgevaardigden van Eritrea het lidmaatschap van het parlement van Ethiopië. In 1961 werd de federatie door keizer Haile Selassie van Ethiopië ontbonden. Velen in Eritrea waren het hiermee oneens en er volgden vele protesten, vooral van studenten. In 1962 werd het Eritrese parlement afgeschaft en werd Eritrea door de keizer tot de veertiende provincie van Ethiopië gemaakt.
Toen was de Eritrese Onafhankelijkheidsoorlog echter al gestart: in september 1961 nam het Eritrean Liberation Front (ELF) de wapens op tegen de Ethiopische regering. In 1971 zou het Eritrean People's Liberation Front (EPLF) zich uit het ELF losmaken. Tweemaal zouden deze groepen met elkaar in gevecht raken, de Eritrese Burgeroorlogen, waarna het EPLF als sterkste uit de strijd kwam.
In 1991 eindigde de onafhankelijkheidsoorlog met een overwinning van de Eritrese rebellen op het Ethiopische regeringsleger. In 1993 stemde een ruime meerderheid van de bevolking voor onafhankelijkheid. Sindsdien is Issayas Afewerki president van Eritrea. Maar omdat het onder andere Ethiopië afsnijdt van de Rode Zee, blijven de spanningen tussen beide landen voortduren.

Vluchtelingenstroom
De 6 miljoen inwoners van Eritrea mogen hun land niet uit zonder toestemming van de autoriteiten. De overheid is trouwens erg paranoïde: als iemand spreekt over vluchtelingen of mensensmokkelaars, kan die zomaar in de gevangenis belanden. Steeds minder mensen staan dan ook achter het regime. Dat het ook economisch zeer slecht gaat, is daaraan niet vreemd: de nationale munt is bijna 4 keer minder waard dan 2 jaar geleden. Mensen kunnen veel aan, maar de steeds toenemende vluchtelingenstroom en het aantal doden die tijdens de reis vallen, zijn een brug te ver. Eritrea loopt leeg, nergens slaan procentueel gezien zo veel mensen op de vlucht: 1500 per maand! Het laatste jaar redde de Italiaanse marine met haar operatie 'Mare Nostrum' meer dan 100.000 vluchtelingen, waarvan 23% uit Eritrea. Anderzijds stierven er 3000 bootvluchtelingen -1 op 48! Het land kan de stroom niet langer aan en wordt dan ook alsmaar lakser in het registreren van migranten: hoe vlugger ze zijn doorgestroomd naar andere landen, hoe beter voor hen!
In 2013 kreeg 81% van de Eritrese asielzoekers in Nederland asiel: 3% omdat ze voldeden aan de voorwaarden in het Vluchtelingenverdrag, 15% omdat ze ernstig risico liepen als ze teruggestuurd werden en 62% op humanitaire gronden.
Een populaire route... Door de woestijn, via Ethiopië en Soedan, naar Libië, vervolgens in een gammel vissersbootje naar Italië (met 500 tegelijk, zonder zwemvesten en voor gemiddeld 1300 euro) en zo verder naar het beloofde land in West-Europa: een gevaarlijke reis die tot een jaar in beslag kan nemen.
Toen in 2005 Europa een deal sloot met het Libië van Khaddafi, werd een alternatieve weg gezocht: het Westen bereiken via de Sinaï-woestijn en Israël. Deze woestijn is een gedemilitariseerde zone die groter is dan België en waar volslagen wetteloosheid heerst. De vluchtelingen lopen er het risico gekidnapt te worden door bedoeïenen. De gevangenen moeten zelf naar hun familie bellen en om losgeld vragen. Ondertussen worden ze gruwelijk gemarteld. Tussen 2009 en 2013 waren er minstens 25.000 gegijzelden -85% afkomstig uit Eritrea, een kwart van hen haalde het niet, 622 miljoen dollar werd betaald (met een gemiddelde van 30.000 dollar per persoon). Bovendien worden degenen die Israël bereiken, daar niet bepaald met open armen ontvangen: ze krijgen geen werkvergunning en worden beschouwd als "infiltrators", een term die aanvankelijk voorbehouden was voor Palestijnen.
De voornaamste reden om te vluchten is niet in de eerste plaats het dictatoriale regime, maar wel de nationale dienstplicht: sinds 2002 worden heel wat mannen en vrouwen uitgezonden naar semi-autonome bedrijven onder leiding van legerofficieren en partijbazen. Daar werken ze voor nauwelijks tien dollar per maand voor de regering, vaak decennialang. Wie weigert, is zijn leven niet zeker. En dienstplichtigen krijgen geen uitreisvisum.
De nationale dienstplicht werd ingevoerd in 1995 toen de enige politieke partij, People's Front for Democracy and Justice (PFDJ) en zijn leider Isaias Afewerki nog brede steun onder de bevolking genoten: het land was toen pas 4 jaar onafhankelijk van Ethiopië na een bevrijdingsoorlog die 30 jaar had geduurd. Afewerki had daarin het voortouw genomen en was daarom geliefd -ook toen in 1998 opnieuw oorlog uitbrak met Ethiopië en stilaan echte waarden (zoals het invoeren van een nieuwe grondwet) verwaarloosd werden. In 2000 telde men reeds tienduizenden doden en kwam er een staakt-het-vuren, hoewel er nooit officieel vrede werd gesloten -en de regering het volk blijft voorhouden dat Eritrea nog steeds in oorlog is!
Nog steeds is in het grensgebied een VN-vredesmacht gestationeerd in afwachting van de definitieve vaststelling van de grens tussen beide landen door een internationale commissie.
In de eerste helft van 2014 vroegen volgens de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de VN, 19000 Eritreeërs asiel aan in 44 geïndustrialiseerde landen -meer dan 3 keer zoveel als in de eerste helft van 2013. Vluchters zijn niet alleen tegenstanders van het regime: ook hooggeplaatste ambtenaren vragen elders asiel. Drie nationale voetbalteams keerden niet terug na een interland. Het meest recent gevluchte elftal verblijft in Gorinchem (Nederland).
Het vluchten is onlangs in een echte stroomversnelling terecht gekomen, waarschijnlijk te wijten aan de ramp bij Lampedusa van 3 oktober waarbij 366 van de 400 opvarenden omkwamen. Toen de regering in Eritrea weigerde de slachtoffers op eigen bodem te begraven, was het voor (bijna) iedereen overduidelijk dat men in Eritrea niets inzat met de eigen bevolking.
In Eritrea worden op grote schaal mensenrechten geschonden: executies, verdwijningen, eenzame en onmenselijke opsluiting, martelingen en ... de dienstplicht. Er is ook geen vrijheid van mening, godsdienst of vereniging.
In 1991 zaten er nog 38 hulporganisaties in Asmara, nu zijn dat er nul! Vijf jaren geleden werd het Rode Kruis, dat politiek neutraal is, weggepest.
De leegloop wordt stilaan problematisch voor de regering. Daarom heeft ze het volgende uitgedokterd: elke emigrant moet 2% van zijn inkomen aan de Eritrese ambassade in hun nieuwe land betalen. Zoniet worden hen alle diensten, zoals een nareisvisum voor familieleden of een begrafenis op eigen grond, geweigerd. Steeds minder uitgeweken Eritreeërs betalen echter.
Getuigenis van iemand die een maand op familiebezoek was in Eritrea...
Weinig of geen electriciteit, geen kraanwater. Rijke mensen laten een watertank aanrukken om te douchen. Geld is slechts dan geen probleem als je banden hebt met het regime. Jongeren gaan na een verlof niet meer terug naar hun eenheid: ook de compagnies lopen dus leeg! Ze gaan ook voor hun eigen geluk, niet meer voor dat van hun land. De opbouw die er al was via de nationale dienstplicht, valt nu stilaan weg. Veel docenten (wier werk ook onder de dienstplicht valt) laten alleen 's ochtends hun gezicht zien en zoeken daarna lucratievere baantjes op.

22-jarige al zes jaar in geheime gevangenis!
Ciham Ali Ahmed wordt al ruim zes jaar vastgehouden op een geheime locatie. Ze is nergens voor aangeklaagd.
Ciham werd op 8 december 2012 opgepakt toen ze Eritrea probeerde te verlaten zonder toestemming van de overheid. Ze was toen vijftien jaar oud. Normaal gesproken zou ze hiervoor een celstraf van zes maanden krijgen. Maar naar alle waarschijnlijkheid zit ze nog altijd vast omdat de autoriteiten haar vader willen straffen, voormalig Minister van Informatie. Hij wordt ervan verdacht een groep militairen te hebben geholpen om een staatsgreep te plegen.
Eritrea kent, ook voor meisjes, een verplichte diensttijd, die tientallen jaren duurt en neerkomt op gedwongen arbeid. Daarom proberen veel mensen, vooral jongeren zoals Ciham, het land te ontvluchten.