vlag Gambia G A M B I A Wikipedia Landenweb
Opp.: 11.295 km² (1/3 x België)    Inw.: 1,84 miljoen (2012)   163 inw./km²)    Regeringsvorm: republiek    Hoofdstad: Banjul   Religie: islam, christendom

locatie Gambia

Gambia bestaat uit een tamelijk smalle strook langs de goed bevaarbare Gambia-rivier, ongeveer 250 kilometer lang en slechts enige tientallen kilometers breed.
Het land ligt op de uiterste westpunt van Afrika, aan de Atlantische Oceaan en is het kleinste land op het Afrikaanse vasteland.
Het landschap is licht glooiend met wat heuveltjes, met als hoogste punt nauwelijks 40 meter.
Langs de kust liggen vele zandstranden. De delta van de Gambia-rivier is vrij moerassig en heeft een mangrovebegroeiing. Het noorden van Gambia is één grote savanne, met lange grassen, grote struiken en hier en daar bomen. Ten zuiden van de Gambia-rivier begint de bossavanne: grasland met groepen bomen.
Gambia heeft een subtropisch klimaat met een droog en een nat seizoen. Het droge seizoen duurt van half oktober tot half juni. Het komt vaak voor dat er dan in deze periode geen druppel regen valt.
Maart tot en met mei zijn de zonnigste maanden, met gemiddeld 10 uur zon per dag. De noordoostelijke wind (harmattan) waait in die maanden vanuit de Sahara en kan in plaats van regen ook wel eens zand brengen. De temperatuur kan aan het einde van de droge tijd tot 40°C oplopen.
De natte periode duurt van ongeveer half juni tot half oktober. Juli, augustus en september zijn de natste maanden in Gambia. Gambia
Gambia kent een grote verscheidenheid aan vegetatie. In 1980 had Gambia nog ongeveer 50.000 ha bos, maar acht jaar later was dat nog maar 10.000 ha. De laatste tien jaar zijn er wel enkele herbebossingsprojecten gestart.
Opvallend is de katoen- of kapokboom die meer dan 50 meter hoog kan worden. De kapok die uit de zaden komt, wordt gebruikt als vulling voor matrassen en kussens. De kolaboom levert dan weer de grondstof voor de frisdrank cola.
De mahonieboom levert mahoniehout op, maar door het vele kappen komt deze boomsoort nog maar weinig voor. In de wat vochtigere gebieden vindt men bamboebossen en mangrovebossen komen voor in de rivierdelta’s, tot ver landinwaarts zelfs.
In de droge streken komen acacia’s en de meest karakteristieke boom van Afrika voor: de baobab of apenbroodboom. De schors, de vruchten, de bladeren, het hout, bijna alles van deze boom wordt door de bevolking gebruikt.
Gambia heeft zes nationale parken en reservaten die samen 3,7% van het grondgebied beslaan.

Politiek
Op 18 februari 1965 werd Gambia onafhankelijk, zij het nog onder de vlag van het Britse Gemenebest als onafhankelijk lid. Dawda Kairaba Jawara werd de eerste premier. In 1967 werd er door Gambia en Senegal een samenwerkingsverdrag ondertekend dat er toe moest leiden dat de beide landen als één land, Senegambia, verder zouden gaan. In 1976 werden de grenzen tussen beide landen opnieuw vastgesteld en tussen 1982 en 1989 vormden ze een statenbond. Dat verdrag werd in 1989 weer opgezegd omdat Senegal vond dat Gambia zich niet snel genoeg ontwikkelde. Gambia besloot toen om zelfstandig te blijven.
Pas in 1970 werd Gambia volledig zelfstandig met Jawara als eerste president. Gambia was de laatste Britse kolonie in Afrika die onafhankelijk werd. Na 1980 werden krijgsmacht en politie uitgebreid ten gevolge van een samenzwering tegen de president, maar toch kwam er in 1994 een staatsgreep door luitenant Jammeh, overigens zonder bloedvergieten. Men beschuldigde Jawara van corruptie. Ook profiteerde de gewone bevolking te weinig van de toenemende inkomsten uit de toeristenindustrie. Jawara vluchtte naar Senegal. Zijn opvolger beloofde de democratie te herstellen en schreef verkiezingen uit voor juli 1996.

Ondertussen leed de economie veel schade door alle gebeurtenissen. Met name Engeland en de Scandinavische landen adviseerden toeristen om niet naar Gambia af te reizen. Pas eind 1995 kwam het toerisme weer wat op gang. In de jaren 1996 en 1997 werd de parlementaire democratie weer "hersteld" met een nieuwe grondwet, werd Jammeh als nieuwe president gekozen en vonden er algemene verkiezingen plaats. De nieuwe partij van Jammeh won, onder protesten van zijn tegenstrevers, met 56% van de stemmen. Ook het buitenland was het niet eens met het verloop van de verkiezingen. Toch bleef Jammeh populair onder de gewone bevolking, niettegenstaande de vele geruchten van schendingen van de mensenrechten.
Bij de presidentsverkiezingen in 2001 werd Jammeh met 53% van de uitgebrachte stemmen herkozen. Hoewel zich in de aanloop naar deze verkiezingen verschillende gewelddadige en intimiderende incidenten ten nadele van de oppositie hadden voorgedaan, verliepen de verkiezingen ordelijk en werden ze door waarnemers als vrij en eerlijk bestempeld.

Op 1 juni 2002 keerde de in 1994 afgezette ex-president Jawara terug naar Gambia na een periode van 8 jaar ballingschap in het Verenigd Koninkrijk. De terugkeer was mogelijk na een door Jammeh verleende amnestie. Men verwachtte dat president Jammeh bij de presidentsverkiezingen in 2006 veel stemmen zou verliezen. Door de vele wisselingen van ministers en staatssecretarissen hield hij weinig medestanders over.
In oktober 2005 werd voormalig minister van Binnenlandse Zaken, Samba Bah, gearresteerd wegens economische misdrijven, spionage en terrorisme. Ook de voorzitter van de verkiezingscommissie, aangesteld om de presidents-, parlements- en gemeenteraadsverkiezingen te organiseren moest het ontgelden en werd begin juli 2005 uit zijn functie ontheven. Vertrouwen dat ministers en overheidsfunctionarissen hebben in de president en het functioneren van de overheid is daardoor klein en beslissingen worden enkel op niveau van de president genomen.
In september 2006 werd president Yahya Jammeh toch herkozen als president. Hij kreeg in 47 van de 48 kiesdistricten de meeste stemmen. In januari 2007 won zijn partij ook de parlementsverkiezingen.
In mei 2008 trok Jammeh de aandacht met de uitspraak dat hij elke homoseksueel in Gambia wou onthoofden - hij werd en wordt hiervoor uiteraard fel bekritiseerd door de internationale homobeweging.
In september 2009 dreigde Jammeh mensenrechtenactivisten te doden toen bleek dat zijn tante leed aan ongeneeslijke kanker. Jammeh vermoedde dat zij was behekst. Na haar overlijden werden op 18 maart duizend mensen opgepakt en weggevoerd uit hun dorpen. Volgens Amnesty International werden zij gedwongen om een hallucinogeen drankje in te nemen.
In augustus 2012 kondigde Jammeh aan alle ter dood veroordeelden in Gambia op korte termijn te zullen gaan executeren in een poging het land te "ontdoen van alle criminelen". Deze uitspraak werd op 25 augustus gevolgd door een bevestiging van de regering dat negen gevangenen op vrijdag 24 augustus inderdaad door middel van het vuurpeloton ter dood gebracht waren en nog ten minste drieëntwintig gevangenen hetzelfde lot wachtte.

Dictator (heel even) weggestemd!
Gambia krijgt na 22 jaar een nieuwe president. Alleenheerser Yahya Jammeh verloor geheel onverwacht de verkiezingen op 1 december 2016. In een uitzending van de staatsradio erkende hij direct zijn historische nederlaag. Hij zei dat hij de uitslag niet zou aanvechten en zou meewerken aan een vreedzame machtsoverdracht.
Hij zou mogelijk 'een miljard jaar' regeren. Maar ja, hij zou zo veel, Yahya Jammeh, de tamelijk gekke maar vooral wrede president-dictator. Bijvoorbeeld mensen van aids genezen -zij het enkel op vrijdagochtend... Hij had ook naar eigen zeggen Gambia 'uit het stenen tijdperk' gehaald en tot een 'modern' land omgetoverd. Wie het daarmee oneens was, liep het risico gevangengezet en gemarteld te worden. Niet voor niets probeerden heel wat Gambianen, inclusief de helft van het nationale voetbalteam, de afgelopen jaren naar Europa te migreren.
Adama Barrow (51), de man die zeven oppositiepartijen bij elkaar wist te brengen, behaalde ruim 45 procent van de stemmen; Yahya Jammeh (51) minder dan 37 procent. Wat Jammeh betreft, zou Allah beslissen over een nieuwe termijn voor de man die zijn seculiere staat tot een islamitische republiek bombardeerde, homo's met onthoofding dreigde, Gambia wenste terug te trekken uit het 'koloniale' Internationaal Strafhof en vrije media aan banden legde. Het pakte gelukkig anders uit.
De nieuwe president, Adama Barrow, verliet begin deze eeuw zijn land om in Groot-Brittannië te gaan studeren. Hij bekostigde zijn verblijf door in Noord-Londen als bewaker in een grote winkel te werken. Zo'n tien jaar geleden keerde hij terug en zette hij zijn eigen zaak in onroerend goed op. Van echte politieke ervaring is bij hem, net als bij de magnaat Trump, geen sprake. Zijn tot nu toe slimste zet is dat hij erin slaagde vrijwel de gehele oppositie achter zich te verenigen.
Barrow heeft gezegd dat hij leden van de oppositie wil opnemen in een overgangsregering die Gambia de komende drie jaar moet gaan leiden. Hij wil burgerlijke vrijheden herstellen. Of hij ook vervolging wil van Jammeh en diens vertrouwelingen, zoals mensen uit de krijgsmacht, is nog onduidelijk.
Het kan de komende jaren druk worden in Gambia. Niet alleen met toeristen, die zich ook in tijden van dictatuur lieten verleiden door reclames van eeuwig glimlachende hoteleigenaren aan vreedzame stranden, maar ook door de terugkeer van duizenden Gambianen die zich de afgelopen jaren gedwongen voelden in ballingschap te gaan.
En elders in Afrika -DRC, Zimbabwe, Kenia, Angola, ...- zullen presidenten zich flink op het hoofd krabben, nu de stem van de 'boze zwarte man' in Gambia zo luid heeft mogen klinken.

Maar...
Ineens, begin januari 2017, kwam de zittende president terug op zijn besluit en wou zijn zetel niet meer afstaan! Erger nog, hij riep de noodtoestand af. Troepen van West-Afrikaanse landen, zoals Senegal en Nigeria, werden naar Gambia gestuurd om er de bevolking te beschermen en te waken over de veiligheid. De militairen zouden volgens een verklaring deel uitmaken van een coalitie van West-Afrikaanse landen. Ghana houdt nog 205 militairen ter beschikking.
Senegalese troepen raakten slaags met rebellen van het Mouvement des forces démocratiques de Casamance (MFDC), dat al sinds 1982 strijdt voor de onafhankelijkheid van Casamance en zou zich hebben verbonden aan het regime van de Gambiaanse president. In ieder geval sprak de VN-Veiligheidsraad zijn steun uit en benadrukte dat in de eerste plaats naar een politieke oplossing moest worden gezocht. En ondertussen had Barrow de ambtseed noodgedwongen afgelegd in de Gambiaanse ambassade in Senegal.

Yahya Jammeh wil gebruik kunnen maken van een amnestieregeling. Volgens mediaberichten zou hij daarom gevraagd hebben, in ruil voor het vertrek uit zijn land. Uiteindelijk heeft hij dus toch toegegeven dat hij zou opstappen. Die toezegging kwam er nadat er wekenlang druk op hem werd uitgeoefend om de uitslag van de door hem verloren presidentsverkiezingen te aanvaarden.
Nu blijkt Jammeh wel voorwaarden te hebben verbonden aan zijn vertrek. Zo zou hij gevraagd hebben om te worden gevrijwaard van gerechtelijke vervolging. Ook wil hij een toelating om in de toekomst nog aan verkiezingen te kunnen deelnemen. Verschillende burgers vragen intussen al aan Barrow om deze voorwaarden te verwerpen.