vlag Guinee-Bissau G U I N E E - B I S S A U Wikipedia Landenweb
Opp.: 36.125 km² (1 x België)    Inw.: 1,5 miljoen (2009)   42 inw./km²)    Regeringsvorm: republiek    Hoofdstad: Bissau  
Religie: islam, traditionele religies

locatie Guinee-Bissau Guinee-Bissau

Guinee-Bissau is een land in West-Afrika dat grenst aan Guinee (386 km), Senegal (338 km) en de Atlantische Oceaan (350 km).
Ooit was er meer reliëf in Guinee-Bissau, maar dit is verdwenen door erosie. Landinwaarts bevinden zich grassavannen en bij de grens met Guinee is het land heuvelachtig. Aan de zuidoostelijke grens ligt het Fouta-Djallongebergte, dat tot 300 m hoog is.
De sterk verbrokkelde kustvlakte wordt gekenmerkt door brede trechtervormige riviermondingen (die veel zout bevatten) en door overstroomde rivierdalen. Door de vloed kan het water wel 100 km landinwaarts opgestuwd worden en een getijdenverschil van 7 m veroorzaken. Als gevolg hiervan komen verschillende gebieden regelmatig onder water te staan. Ondanks deze mogelijke wateroverlast is het kustgebied dichtbevolkt.
Tussen de kust en de savannen in het oosten bevindt zich tropisch regenwoud.

Politiek
Op 24 september 1973 wordt in het zuidoosten van het land de soevereine Republiek Guinee-Bissau uitgeroepen, die vrijwel onmiddellijk door 63 landen wordt erkend. De eerste, door de Volksvergadering verkozen president van het land wordt Luis Cabral. Geen jaar later, op 25 april 1974, breekt in Portugal de Anjerrevolutie los, die het einde inluidt van bijna 50 jaar dictatuur en het vertrek van de koloniale troepen uit alle kolonies. Portugal erkent de onafhankelijkheid van haar voormalige kolonie op 10 september 1974.

De geschiedenis van het onafhankelijke Guinee-Bissau wordt een aaneenschakeling van dictaturen, staatsgrepen en politiek geweld. Tot op heden is nog geen enkele president van dit straatarme land er in geslaagd de volledige ambtsperiode van vijf jaar uit te doen.
Toenemende armoede en te hoge staatsuitgaven zijn de belangrijkste problemen in het land. Ook worden er herhaalde schendingen van de mensenrechten gemeld
Het leger wordt ervan verdacht een rol te spelen in de georganiseerde smokkelroutes die lopen van Zuid-Amerika via West-Afrika naar Europa. De onrust zou vaak te maken hebben met geschillen en afrekeningen in de onderwereld.

Onder druk van de in Portugal verblijvende oppositie worden in 1989 de eerste wetten geratificeerd waardoor meerdere partijen mogelijk worden, en vakverenigingen, persvrijheid en stakingsrecht gegarandeerd worden. De eerste meer-partijenverkiezingen voor president en parlement worden gehouden op 3 juli 1994.
Vanaf 1995 groeit de kritiek op de regering: die wordt verantwoordelijk gehouden voor het slechte economische beleid, corruptie, stijgende prijzen en de achteruitgang van de sociale omstandigheden.
De sociale onrust neemt hand over hand toe en op 7 juni 1998 breekt een militaire opstand uit, geleid door de ontslagen opperbevelhebber van de strijdkrachten, Asumane Mané. Deze opstand wordt door de bevolking gesteund. Elf maanden lang bevindt het land zich in een staat van burgeroorlog, mensen vluchten naar het binnenland en naar de buurlanden.
Na de definitieve beëindiging van het conflict in april 2000 worden in november 1999 en januari 2000 parlements- en presidentsverkiezingen gehouden. Kumba Yalá wordt de nieuwe president, niettegenstaande pogingen van Ansumane Mané om zijn functie binnen de militaire junta in stand te houden. Gesteund door een kleine entourage wil Mané nog wel een coup te plegen, maar het leger blijft achter de president staan. Mané komt enkele dagen daarna om.

De binnenlandse politiek blijft sindsdien erg instabiel. In 2001 dreigt president Kumba Yalá het parlement te ontbinden en als alleenheerser op te treden. Het parlement op zijn beurt verklaart Yalá handelingsonbekwaam te achten.
De presidentsverkiezingen van 2005 brengen Nino Vieira -terug- aan de macht en daarna is het de beurt aan João Bernardo Vieira -ook hij was tevoren reeds aan de macht geweest. Op 2 maart 2009 wordt hij trouwens omgebracht door militairen wanneer hij probeert zijn huis te ontvluchten.

April 2012
Na premier Carlos Gomes Junior en interimpresident Raimundo Pereira hebben de coupplegers in Guinee-Bissau nu ook de stafchef van het leger, generaal Antonio Indjai, opgesloten en uit zijn functie ontzet. De putschisten pleiten voor een regering van nationale eenheid waarin het leger de posten van Defensie in Binnenlandse Zaken bezet. Het nieuwe militaire bewind roept de leden van de afgezette regering op om zich aan te melden aan het legerhoofdkwartier. De avondklok wordt afgekondigd.
De onrust in Guinee-Bissau komt een goede twee weken voor de tweede ronde van de presidentsverkiezingen op 29 april. Premier Gomes Junior won de eerste ronde in maart met duidelijk verschil en was favoriet om de in januari aan diabetes overleden Malam Bacai Sanha op te volgen. Ondertussen had Kumba Yalá laten weten dat hij de stembusgang wegens onregelmatigheden zou boycotten.
Het leger zei eerder met de staatsgreep 'een geheim militair akkoord' te willen verijdelen met Angola -een andere ex-kolonie van Portugal. De premier en de interim-president zouden dat akkoord gesloten hebben met de Angolese regering, met de bedoeling de aanwezigheid van Angolese militairen in Guinee-Bissau te rechtvaardigen.