vlag Hongarije H O N G A R I J E Wikipedia Landenweb
Opp.: 93.032 km² (3 x België)    Inw.: 9,9 miljoen (2009)   (106 inw./km²)    Regeringsvorm: republiek    Hoofdstad: Boedapest   Religie: christendom

locatie Hongarije Hongarije

Hongarije ligt in Centraal-Europa, wordt van noord naar zuid doorsneden door de Donau en heeft als buurlanden Oostenrijk, Slowakije, Oekraïne, Roemenië, Servië, Kroatië en Slovenië.
Hongarije heeft een gematigd landklimaat. In de hoogste delen van het gebergte heerst een subalpien klimaat. De Grote Laagvlakte heeft een echt landklimaat. Hongarije heeft koude, natte winters en warme zomers.
De gemiddelde januaritemperatuur is in het westen en zuidwesten ongeveer 0 °C, de gemiddelde julitemperatuur ligt tussen 18 °C in het noordwesten en 22 °C in het zuidoosten. Hongarije heeft vrij veel zonuren, gemiddeld 2000 uur per jaar.
De jaarlijkse gemiddelde neerslag (500 mm) is vrij laag als gevolg van de regenschaduw van de Alpen, maar varieert onder invloed van de Atlantische Oceaan. In de winter is het land soms bedekt met een dik sneeuwtapijt.

De Grote Hongaarse Laagvlakte of de Alföld strekt zich uit ten oosten van de Donau, over de vroegere poesta. In het oosten wordt deze vlakte net over de grens in Oekraïne en Noord-Roemenië begrensd door de oostelijke Karpaten. In het zuiden zet de Alföld zich voort in Roemenië en Servië om daar uiteindelijk te eindigen tegen de zuidelijke Karpaten.
Bergen zijn er ook: het Noord-Hongaars middelgebergte (tot iets meer dan 1000m), gevormd door uitlopers van de Karpaten, of het Transdanubisch Middelgebergte.
Het Balatonmeer is het grootste meer van Centraal-Europa (596 km²).
Hongarije telt tien nationale parken, waarvan het Nationaal Park Hortobágy het grootste is. Verder zijn er nog vele beschermde natuurgebieden.

Politiek
Na de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog viel de dubbelmonarchie in vele stukken uiteen. Er ontstond een onafhankelijk Hongarije, maar krachtens het Verdrag van Trianon raakte het ten opzichte van het gebied dat vroeger onder Hongaars zelfbestuur stond twee derde van zijn grondgebied en driekwart van zijn inwoners kwijt. Pogingen om in het resterende deel van het land een democratische en vervolgens een communistische republiek te vestigen mislukten.
De macht kwam in handen van de autoritaire admiraal Miklós Horthy, die tijdens het interbellum alles in het werk stelde om de verloren gebieden te herwinnen. Er werd toenadering gezocht tot nazi-Duitsland en met Duitse hulp kreeg men een deel van Transsylvanië en Slowakije terug. Toen Horthy met de Duitse nederlaag in zicht ook gesprekken aanknoopte met de geallieerden, werd Hongarije in maart 1944 door Duitsland bezet. Met hulp van de lokale fascisten, de Pijlkruizers, werd nu in minder dan een jaar een aanzienlijk deel van de grote Joodse bevolkingsgroep naar de vernietigingskampen afgevoerd.
De troepen van de Sovjet-Unie waren in 1945 bevrijders, maar tegelijk ook nieuwe bezetters. Een tweede poging om een democratische republiek te vestigen was gedoemd te mislukken, Hongarije moest tot het Oostblok toetreden.
Na Stalins dood leek er ruimte voor meer vrijheid, maar de onderdrukking van de Hongaarse opstand van 1956 maakte duidelijk dat die vrijheid zeer beperkt was. Veel Hongaren vluchtten naar het westen. Onder het bewind van János Kádár bleef het politieke systeem repressief, maar op economisch gebied werden de communistische principes vanaf de jaren-60 flexibel toegepast. De consument kreeg meer aandacht, er was enige ruimte voor particulier initiatief. Het land werd daarom gezien als de minst onaantrekkelijke barak van het Oostblok.
In de jaren-80 ontstond in de communistische partij een belangrijke groep die ook meer politieke vrijheid wilde toestaan. Toen de ontwikkelingen in de Sovjet-Unie dat mogelijk maakten, werd de oude Kádár terzijde geschoven en begon het bewind zichzelf te hervormen. In 1989 werden de leiders van de opstand van 1956 in ere hersteld.
Op 23 augustus 1989 werd het IJzeren Gordijn geopend en in oktober van dat jaar werd in overleg met de democratische oppositie de volksrepubliek ontbonden en vervangen door de Republiek Hongarije. De eerste vrije parlementsverkiezingen vonden in 1990 plaats. Door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 kon Hongarije ook in de buitenlandse politiek vrije keuzes maken: het land trad na volksraadplegingen toe tot de NAVO (1999) en de Europese Unie (2004).

Hongaarse minderheden (zie kaart hiernaast) bestaan uit etnische groepen met Hongaars als moedertaal maar die buiten Hongarije wonen. In de praktijk bedoelt men meestal enkel de minderheden in de buurlanden van Hongarije en niet de Hongaren die naar West-Europa, Israël of Amerika zijn geëmigreerd. Hongaren in het buitenland

De voorpagina van de belangrijkste Hongaarse krant, de centrum-linkse Nepszabadság, opende eind december met de zin: "In Hongarije is de persvrijheid opgeheven". De zin stond in alle officiële talen van de EU afgedrukt.
Hongarije is sinds 1 januari 2011 een half jaar lang voorzitter van de Europese Unie. En dat terwijl het land hevige kritiek krijgt van andere Europese landen op de controversiële mediawet die het land op 20 december aannam. Dit kan gevolgen hebben voor het op de Europese agenda zetten van Hongaarse problemen.
Volgens die wet gaat een door de regering benoemde media-autoriteit in de gaten houden of journalisten "moreel en objectief" kunnen zijn. Voor publicaties die niet voldoen aan de gestelde normen kunnen hoge boetes volgen, van 90.000 euro voor dagbladen tot 700.000 euro voor commerciële tv-stations.
Népszabadság schrijft in haar hoofdredactioneel commentaar dat de wet op de media enkel de autoritaire doelen dient van de Fidesz-regering (de rechtse partij van premier Viktor Orban die tweederde meerderheid in het parlement bezit) en het mogelijk maakt om iedereen met een afwijkende mening te temmen, te bestraffen en uiteindelijk zelfs te ruïneren.
Door de vele nationale en internationale kritieken beloofde Orban later aan Commissievoorzitter Barroso dat de wet, indien nodig, zou aangepast worden.

De Hongaren hebben de bepalingen van Trianon altijd als een groot onrecht ervaren en voelen zich tot op de dag van vandaag betrokken bij hun taalgenoten over de grens, wat expliciet staat in artikel 6 van de Hongaarse grondwet. Dit uitgangspunt werd in 2001 vertaald naar de statuswet, waardoor spanningen ontstonden met Slowakije en Roemenië.
Op 5 december 2004 werd een dubbel referendum georganiseerd over enerzijds het toekennen van de Hongaarse nationaliteit aan etnische Hongaren uit het buitenland en anderzijds over de privatisering van de ziekenhuizen. Een zeer nipte meerderheid stemde voor het eerste en een ruime meerderheid tegen het tweede, maar het referendum werd door de regering van Ferenc Gyurcsány ongeldig verklaard door een te lage opkomst. De liberaal-socialistische regering voerde campagne tegen de goedkeuring van beide voorstellen en stelde dat de verlening van een dubbele nationaliteit een massale arbeidsmigratie vanuit de armere buurlanden in gang zou zetten en het Hongaarse overheidsbudget nog verder zou belasten. De oppositiepartij Fidesz van voormalig premier Viktor Orbán voerde campagne voor de goedkeuring van de beide voorstellen en vroeg de regering alsnog de dubbele nationaliteit goed te keuren.


Uit het jaarrapport 2010 van Amnesty International (2009)
Doodstraf: afgeschaft voor alle misdrijven.
Levensverwachting: 73,3 jaar.
Sterftecijfer onder 5 jaar (m/v): 9/8 per 1000.
Alfabetisme onder volwassenen: 98,9 %.

Een radicale, extreemrechtse organisatie, Magyar Gárda (Hongaarse Garde), organiseerde een serie marsen in steden met een Romabevolking in het oosten van Hongarije. Er waren aanhoudende gewelddadige aanvallen tegen de Romagemeenschap.

Vluchtelingencrisis 2015
Medio 2015 verplaatste de vluchtelingentoestroom richting Europa zich van de Middellandse Zee naar de zogenaamde Balkanroute, die vanuit onder andere Afghanistan en Syrië over Turkije, Griekenland, Macedonië en Servië loopt, om in Hongarije te eindigen in de Europese Unie. Deze migratieverschuiving bracht meteen een nooit geziene hoeveelheid migranten naar Hongarije.
In Boedapest waren de migranten niet meer uit het straatbeeld weg te denken. Overal verzamelden zich dagelijks honderden mensen, voornamelijk jonge mannen, maar ook heel wat gezinnen met jonge kinderen en groepjes niet-begeleide minderjarigen. 's Nachts sliep iedereen opeengepakt naast mekaar, sommigen in tentjes, anderen volledig onbeschut, zonder extra voorzieningen. Vrijwel de enige hulp kwam van een handvol vrijwilligers, vaker niet dan wel georganiseerd. Ze voorzagen water, één keer per dag eten en informatie. Bij het oversteken van de grens kreeg iedereen een treinticket met een geldigheid van 24 of 48 uur, om naar één van de vluchtelingenkampen te gaan. Velen wilden echter niet gaan: meestal waren ze van plan door te reizen naar een ander Europees land, waar reeds vrienden of familie verblijven.
Volgens verschillende schattingen kwamen er dagelijks 1000 tot 1500 mensen vanuit buurland Servië toe, voor het merendeel Afghanen en Syriërs, maar ook mensen uit Pakistan, Bangladesh, Iran, Somalië en Eritrea.

Hongarije heeft internationaal veel kritiek gekregen op de manier waarop er met de vluchtelingen wordt omgegaan. Toen de overheid afkondigde strengere asielregels en -procedures in te voeren, kon er per direct beslag gelegd worden op materiële bezittingen van vluchtelingen, zoals geld, om de kosten van opvang te betalen of eventuele schade te dekken.
Eind september keurde het parlement een nieuwe wet goed om het leger de mogelijkheid te geven niet-dodelijk geweld te gebruiken. Nu konden, onder bepaalde omstandigheden, vluchtelingen afgeschrikt worden met onder meer rubberen kogels, traangas of vangnetten.
Ook mocht het leger nu identiteitscontroles uitvoeren, vluchtelingen arresteren en alle zogenaamd verdachte woningen doorzoeken.
Het wetsvoorstel was ingediend door de partij van premier Viktor Orban. Slechts 12 van de bijna 200 parlementariërs stemden tegen de wet en er waren 27 onthoudingen. Als het aan de radicaal-nationalistische partij Jobbik had gelegen, had het parlement nog veel extremere maatregelen genomen.
Een andere voorziening van het vernieuwde asielrecht was dat mensen zonder papieren zelf contact moeten opnemen met de overheid in hun land van herkomst voor bevestiging van hun identiteit. De Hongaarse afdeling van het internationale Helsinki Committee for Human Rights noemde dit een ernstige schending van de basisprincipes van mensenrecht, omdat het volgens hen absurd en onzinnig is dat een vluchteling contact zou moeten opnemen met het regime dat hij of zij ontvlucht. Ook Amnesty International reageerde: 'Hongarije heeft de verplichting iedereen bij te staan die asiel vraagt, en elke aanvraag individueel te onderzoeken.'

Volgens Amnesty is de nieuwe asielregelgeving een poging van Hongarije om aan haar verplichtingen onder internationaal volkenrecht te ontsnappen. Vluchtelingen zouden nu vaker teruggestuurd kunnen worden naar Servië, Macedonië en Griekenland, waar ze zeker onthaald worden op geweld of onverschilligheid.
De Hongaarse overheid benadrukte evenwel dat de massale migratie vooral plaatsvindt omwille van economische redenen, meer dan vlucht voor geweld of conflict.
Volgens cijfers van de overheid zag Hongarije vóór 2012 jaarlijks slechts 2.500 asielzoekers. Tegen eind mei 2015 waren het er 50.000, goed twee maanden later staat de teller nu op 100.000, en de toestroom houdt onveranderd aan. Hongarije is nu de facto het grootste transitiepunt in heel Europa geworden. In tegenstelling tot West-Europese landen is er in Hongarije bovendien nog maar heel weinig immigratie geweest.

Het hek van 175 kilometer tussen Hongarije en Servië is voltooid!
Dat liet een woordvoerder van de regering eind september weten. Dat hek moest de enorme toestroom van migranten tegenhouden. Het bestaat nu nog vooral uit prikkeldraad, maar het is de bedoeling dat er echt een vier meter hoog hek komt.
Het hek is uiteraard omstreden: verschillende regeringsleiders, waaronder de Duitse bondskanselier Merkel, hebben zich uitgesproken tegen de bouw ervan. Mensenrechtenorganisaties noemen het een 'subsidie voor de mensensmokkelaars', die er geld mee zouden kunnen verdienen.
Nog in september kwamen minstens 4.400 vluchtelingen aan. Hongarije sloot eerst de grens met Kroatië en op 15 september ook die met Servië af met prikkeldraad. Duizenden vluchtelingen kwamen vast te zitten. De politie gebruikte traangas en waterkanonnen om iedereen weg te jagen. Heel wat mensen geraakten gewond.
Diezelfde dag traden nieuwe maatregelen in werking. Zo werd de 'illegale' grensoversteek strafbaar tot drie jaar gevangenis en kwamen er transitzones waar een versnelde asielprocedure wordt toegepast voor het beperkt aantal asielzoekers dat het land elke dag binnenlaat.
Op 1 augustus had Hongarije Servië al bestempeld als een veilig derde transitland. Dit wil zeggen dat Hongarije vindt dat vluchtelingen in Servië goed beschermd worden en een goede asielprocedure krijgen. Dit klopt echter helemaal niet. De Servische asielprocedure is inefficiënt en vluchtelingen en asielzoekers zijn in Servië blootgesteld aan mensenrechtenschendingen. Daarom zijn de Hongaarse maatregelen een directe schending van de internationale verplichtingen, zoals de Conventie van Genève van 1951 betreffende de status van vluchtelingen.
De Hongaarse maatregelen gaan ook in tegen het solidariteitsprincipe uit Artikel 80 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (EU). Dit artikel verplicht de lidstaten tot het redelijk verdelen van verantwoordelijkheid bij het uitvoeren van hun asielbeleid. De Europese Commissie zou dringend moeten nagaan of de maatregelen van Hongarije een schending vormen van de EU-wetgeving en ze zou ervoor moeten zorgen dat Hongarije de EU-wetgeving toepast door onmiddellijk een formele inbreukprocedure op te starten.