vlag India I N D I A Wikipedia Landenweb
Opp.: 3.287.263 km² (107 x België)    Inw.: 1.150 miljoen (2009)   (351 inw./km²)    Regeringsvorm: federale republiek    Hoofdstad: New Delhi  
Religie: hindoeïsme (80%), islam

locatie India

De republiek India is een land in Zuid-Azië. Na China is India het land met de meeste inwoners ter wereld.
India ligt op het Indisch Subcontinent en is voor het grootste deel een schiereiland. In het westen en zuiden vormt de Indische Oceaan de grens en in het oosten de Golf van Bengalen. In het noorden grenst het land (van west naar oost) aan Pakistan, China (Tibet), Nepal, Bhutan, Myanmar en Bangladesh. Ten zuidoosten van India in de Indische Oceaan ligt de eilandstaat Sri Lanka en ten zuidwesten liggen de Malediven.
India bestaat ruwweg uit drie delen. Het noorden is zeer bergachtig met een gedeelte van de Himalaya-bergketen (hoogste punt Kanchenjunga 8598 meter) en uitlopers daarvan zoals de Pamir en Karakoram. Hierna de vlakte met grote rivieren zoals de Ganges en de Brahmaputra die beginnen in de Himalaya en de noordelijke vlakten zeer vruchtbaar maken. In het westelijk gelegen gedeelte ligt hier de Tharwoestijn. Het zuiden van India is een groot plateau: het Deccan-plateau. Dit plateau ligt tussen de Golf van Bengalen in het oosten en de Arabische Zee in het westen. Het plateau wordt van de kust gescheiden door 2 bergketens: de Oost-Ghats en de West-Ghats.
India heeft door zijn grootte verscheidene klimaatzones, van een tropisch klimaat in het zuiden tot een gematigd klimaat in het noorden. Het grootste gedeelte van India wordt ook gekenmerkt door een moessonklimaat en kent 3 seizoenen: het koele seizoen van oktober tot februari, het hete seizoen van maart tot juni en het regenseizoen van midden juni tot september.
De zuidwestelijke kust en het noordoosten van het land kennen veel meer regenval. In Darjeeling in het noordoosten tegen Nepal kan de regenval oplopen tot 3040 mm. Dit in tegenstelling tot de Thar-woestijn in het noordwesten waar de neerslag niet hoger is dan 50 mm. Ook het centrale Deccan-plateau is relatief droog.

India

Politiek
Een voornamelijk geweldloze opstand onder Mohandas Karamchand (Mahatma) Gandhi en Jawaharlal Nehru vormden een onderdeel van de weg naar Onafhankelijkheid. Hoewel zij in het westen als de grote helden van de onafhankelijkheid worden gezien waren Chandra Shekhar Azad en zijn groep volgens de Indiërs zelf de echte helden.
Udham Singh, Chandra Shekhar Azad en Bhagat Singh leidden met hun groep de onafhankelijkheid van Brits India in 1947. Het Indiase subcontinent werd door de Britten verdeeld in de seculiere staat India en de kleinere moslimstaat Pakistan. India en Pakistan hebben sindsdien nog verscheidene grensconflicten gehad. India greep ook in bij de burgeroorlog tussen West- en Oost-Pakistan in 1971, waarna het laatste gebied zichzelf afscheidde als Bangladesh. Tot in 2003 zijn de spanningen tussen beide landen zeer hoog geweest en zijn ze verwikkeld in een wapenwedloop.

India is de bakermat van verschillende religies, waaronder het Hindoeïsme, het Boeddhisme en het Sikhisme. Ook de Islam heeft een belangrijke invloed op de Indiase geschiedenis en India hoort, samen met Indonesië en Pakistan, tot de top drie van landen met het grootste aantal moslims. India kent geen staatsgodsdienst en is officieel een seculier land.

India wordt gerekend tot de ontwikkelingslanden met een laag gemiddeld inkomen. De Indiase overheid zelf schatte dat over de jaren 2004 en 2005 gemiddeld 27,5% onder de armoedegrens leefde, wat neerkwam op ruim driehonderd miljoen mensen. Het verschil tussen de armoede in de landelijke gebieden (28,3%) en de armoede in de stedelijke gebieden (25,7%) is relatief gezien niet zo groot, ook al is het absolute aantal mensen dat in armoede leeft in de landelijke gebieden ruim tweeënhalve keer hoger. Ook is het zo dat het leven in de stedelijke gebieden duurder is, waardoor de armoedegrens daar anderhalf keer hoger is gelegd dan die in de landelijke gebieden.
Er bestaan grote verschillen in welvaart per staat. De staten rond de Ganges en die ter zuiden daarvan gelden als de armste gebieden van India. De vijf armste staten waren in 2004 en 2005 Orissa (46,4% onder de armoedegrens), Bihar (41,4%), Chhattisgarh (40,9%), Jharkhand (40,3%) en Uttarakhand (39,6%). Het noordwesten, de noordoostelijke staten en het zuiden kennen de minste armoede. Zeven staten en drie territoria hebben minder dan vijftien procent van de bevolking onder de armoedegrens leven.

Kisan Baburao Hazare (algemeen bekend als Anna Hazare) (Bhingar in de staat Maharashtra, 15 juni 1937) is een Indiaas sociaal activist die in 2011 deelnam aan de Indiase anti-corruptiebeweging. Hij maakte daarbij in navolging van de leer van Mahatma Gandhi gebruik van geweldloze methoden.
Hazare begon op 5 april een hongerstaking om zo druk uit te oefenen op de Indiase regering om een strikte anti-corruptiewet aan te nemen zoals bedoeld in het Jan Lokpal-wetsvoorstel. Dit voorzag in het instellen van een ombudsman met de macht om handelend op te treden tegen corruptie in publieke ambten.
De hongerstaking leidde tot landelijke protesten. Op 9 april, de dag nadat de Indiase regering Hazares eisen had geaccepteerd, beëindigde hij zijn hongerstaking. De overheid liet in de kranten weten dat er een gezamenlijk comité gevormd zou worden waarin zowel afgevaardigden van de overheid als vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld zouden worden uitgenodigd plaats te nemen.
Aangezien het wetsvoorstel dat aan het parlement werd gepresenteerd, volgens hem teveel punten openliet en hij het niet geschikt achtte om het corruptieprobleem op te lossen, kondigde Hazare in augustus aan opnieuw in hongerstaking te gaan. Op 16 augustus werd hij gearresteerd. Hij zou alleen worden vrijgelaten, indien hij zou beloven niet opnieuw in hongerstaking te gaan. Als reactie hierop begon Hazare zijn hongerstaking in de gevangenis, waar hij vrijwillig verbleef.
Op 19 augustus verliet hij de gevangenis en zette hij zijn hongerstaking voort. Pas nadat het Indiase parlement tijdens haar beraadslagingen over een anti-corruptiewet bereidheid had getoond om op wezenlijke eisen van Hazare in te gaan, brak hij op 28 augustus zijn hongerstaking af. Toegejuicht door tienduizenden aanhangers nam hij in het centrum van New Delhi een paar slokjes kokosmelk en honing tot zich. Onder zijn eisen: de oprichting van een onafhankelijke instantie die alle ministers, afgevaardigden en ambtenaren zou controleren en de instelling van ombudsmannen in alle Indiase deelstaten.

Kartam Joga werd op 7 januari 2013 vrijgesproken van alle aanklachten en de volgende dag vrijgelaten. Direct na zijn vrijlating had Amnesty International contact met hem en hij bedankte de organisatie en anderen die zich voor hem hadden ingezet. Hij noemde daarbij in het bijzonder de vele groeten die hij had ontvangen en die voor hem van doorslaggevend belang waren om te kunnen blijven hopen op zijn vrijlating.
Sinds 14 september 2010 zat Kartam Joga vast op verdenking van samenwerking met Maoïstische strijders bij een aanslag op 6 april 2010 waarbij 76 politiemensen gedood werden. Ook zou hij betrokken zijn geweest bij de moord op de leider van de grootste politieke partij in de regio, Budhram Sodi, in mei 2010 en bij twee andere aanslagen in december 2009.
In de deelstaat Chhattisgarh zijn de Adivasi's het slachtoffer van een voortdurende strijd tussen veiligheidsdiensten en militante bewegingen enerzijds en gewapende Maoïsten anderzijds. Sinds 2005 documenteerde Kartam Joga meer dan 500 gevallen van doodslag, seksueel geweld, verkrachting en gedwongen herhuisvestiging van Adivasi's. De aanklacht die Kartam Joga aan de hand hiervan indiende bij het hooggerechtshof leidde ertoe dat de regering van Chhattisgarh ter verantwoording werd geroepen.

Vreemdelingen eruit?
"Sommige mensen in de regering laten de neushoorns afslachten zodat de regio vrijkomt voor immigranten uit Bangladesh". Het was een van de meer buitenaardse verklaringen die premier Narendra Modi van de hindoe-nationalistische BJP aflegde tijdens de verkiezingscampagne in het voorjaar van 2014. Hij deed dat in Assam, een Indiase deelstaat in het noordoosten, die slechts met een smalle landengte tussen Bangladesh, Bhutan en China in met de rest van India verbonden is. Later beloofde hij de Bengalezen ?naar huis terug? te sturen, ook al zijn velen onder hen in India geboren en opgegroeid.
Assam is tweemaal zo groot als België, telt 860 theeplantages, 34 gewapende groepen, minstens 115 verschillende etnische groepen, 45 talen en is goed voor de helft van de Indiase olieproductie.
De etnische spanningen zijn het directe gevolg van economische verwaarlozing. India plant 160 dammen in het noordoosten. Wie gaat die elektriciteit krijgen? Het noordoosten bezit dertig procent van de Indiase waterreserves. Wie heeft daar voordeel bij? Wie strijkt de winst op van de olie- en theeproductie? Als op die vragen geen bevredigend antwoord komt, zal het geweld in Assam blijven regeren. Geweld dat soms is gericht tegen de hogere overheden, maar uit frustratie ook wel eens tegen lagere sociale groepen.

Hoe het water verdween uit India
India beleefde zijn derde opeenvolgende droogtejaar. Watertekorten en hittegolven brengen het leven, de economie en de gezondheid van 330 miljoen mensen in gevaar. De oorzaak ligt bij het klimaat, maar ook bij een slecht beleid en exportlandbouw, waaraan jaarlijks bijna honderd miljard kubieke meter water besteed worden.
Water is een van de meest schaarse goederen in India. In 2006 bijvoorbeeld was meer dan 72 procent van de ondergrondse waterbronnen overbelast, omdat er meer wordt uitgehaald dan de natuur kan aannvullen. Er zijn 265.000 dorpen zonder drinkwater in India -tegen nauwelijks 233 in 1947.
Twee derde van de landbouwvelden is compleet afhankelijk van de moessonregen, omdat ze niet geïrrigeerd worden. De moesson is ook essentieel om de watervoorraden aan te vullen. Volgens de Centrale Watercommisie zijn de waterreservoirs momenteel nog maar voor 22 procent gevuld.
Het toenemende watertekort is ook te wijten aan het dalende grondwaterpeil. India Water Tool volgt vierduizend waterputten in heel India. In meer dan de helft daarvan is het waterniveau in zeven jaar gedaald en in 16 procent van de waterputten daalt het water jaarlijks met meer dan één meter. De grondwatervoorraad in Noordwest-India is de op één na meest uitgeputte ter wereld.

Irom Sharmila, activiste uit de staat Manipur, is al sinds november 2000 in hongerstaking om de afschaffing te eisen van een veiligheidswet. Door niet te eten zou zij volgens de Indiase wet zelfmoord proberen plegen. Dat is strafbaar met een gevangenisstraf van 1 jaar.
Irom wordt herhaaldelijk opgepakt en onder dwang gevoed. Ze zet haar hongerstaking voort en weigert schuld te bekennen, omdat ze volgens eigen zeggen zichzelf uithongert om politieke redenen.
Ze wil dat de veiligheidswet wordt afgeschaft omdat die door het Indiase leger wordt misbruikt in ‘opstandige’ gebieden zoals Jammu en Kashmir en in de noordoostelijke deelstaten. Het opent de deur voor het leger om mensen te doden, te martelen en te laten verdwijnen, zonder daarvoor gestraft te worden.
In augustus 2016 zette ze haar hongerstaking stop.

India

Kasjmir is synoniem voor conflict, al sinds eind 1947. Toen werd het een twistappel tussen de pas onafhankelijk geworden staten India en Pakistan.
De eerste oorlog om de noordelijke bergstaat Jammu & Kasjmir (van 1947 tot 1949) eindigde niet met een overwinning of een vredesakkoord, maar met een rommelig staakt-het-vuren en een verdeeld Jammu & Kasjmir.
Een tweede oorlog tussen India en Pakistan, in 1965, veranderde weinig op het terrein. En na de derde oorlog, in 1971, ditmaal om Bangladesh maar met ook gevechten in en om Kasjmir, werd de bestandslijn licht aangepast en omgedoopt tot Line of Control. Die “lijn” vormt tot vandaag de feitelijke en zwaar gemilitariseerde grens tussen India en Pakistan in het noorden.

Vanaf 1989, niet geheel toevallig het jaar dat de sovjets hun troepen terugtrekken uit Afghanistan, ontbrandt er in het door India gecontroleerde Jammu & Kasjmir een gewapende opstand tegen India. Het is een opstand tegen de manier waarop Delhi de deelstaatpolitiek stiefmoederlijk behandelt en tegen het lange uitblijven van een referendum. Dat moet gaan over de toekomst van de hele, oorspronkelijke deelstaat en werd al in 1948 door de Verenigde Naties beloofd.
In datzelfde jaar 1989 verlieten tienduizenden pandits (hindoeïstische brahmanen) hun huizen in de Kasjmirvallei. Volgens sommigen was die exodus eigenlijk georchestreerd vanuit Delhi. Toen de pandits terug naar huis gingen, belandden velen van hen in kampen: zo kan Delhi tonen hoe zielig het leven van de hindoeminderheid is en wat ze niet allemaal te lijden hebben van de moslimmeerderheid. In werkelijkheid kunnen de meeste hindoes in Kasjmir wel degelijk samenleven met de moslims, iets wat ze tenslotte al honderden jaren lang gedaan hebben.

In 2019 werd de oude vrees voor een moslimmeerderheid nieuw leven ingeblazen toen India besliste het bijzondere statuut van de regio af te schaffen. Jammu & Kasjmir werd opgesplitst in twee Union Territories (zonder parlement, rechtstreeks onder controle van Delhi): enerzijds Ladakh, anderzijds Jammu & Kasjmir.
Bij het begin van de coronacrisis werd een nieuwe domiciliewet afgekondigd en eind juni bleek dat er al 25.000 nieuwe domicilie-erkenningen afgeleverd waren. Door die wet krijgt iedereen die vijftien jaar in de deelstaat geleefd heeft of er zeven jaar gestudeerd heeft recht op domicilie en daardoor ook op het kopen van grond of tewerkstelling bij de overheid.
Anno 2020 blijft het “recht op terugkeer” van de Kasjmirse pandits een politieke troefkaart voor de hindoenationalistische beweging in India. Al was het maar omdat ze perfect inspeelt op de opgeklopte tegenstelling tussen hindoes en moslims, en het programma om van India een “hindoestan” te maken.

Bovendien spelen radicale hindoes en pandits al jaren met de idee om gescheiden nederzettingen te ontwikkelen in Kasjmir. Zo pleitte panditorganisatie Panun Kashmir (letterlijk: Ons Kasjmir) enkele jaren geleden voor een apart thuisland voor pandits in Zuid-Kasjmir. En dan zijn er de plannen van hindoenationalisten voor nederzettingen voor (ex-)militairen die na jaren dienst in Kasjmir zouden willen blijven en dus grond willen kopen. De nederzettingenscenario’s doen de emoties hoog oplaaien. Des te meer omdat ze rechtstreeks ingevoerd lijken uit de kolonisatiepolitiek van Israël in de Palestijnse gebieden.

In feite is het moeilijk om de omvolkingsangst van de moslimmeerderheid in Jammu & Kasjmir te begrijpen. In de huidige regio Jammu & Kasjmir -zonder Ladakh, dat dus op 5 augustus 2019 een aparte regio werd- wonen ongeveer 12,5 miljoen mensen. Daarvan zijn zowat 70 procent moslim. In de nederzettingenscenario’s is meestal sprake van 100.000 tot 200.000 terugkeerders of nieuwkomers en de nieuwe domiciliewet produceert voorlopig maar een fractie van die inwijking. Niet echt een overrompeling of een scenario om de electorale verhoudingen op hun kop te zetten.

Een groot deel van de 25.000 “nieuwe” domiciliehouders zijn (afstammelingen van) vluchtelingen uit Pakistan. Maar wat verontrustender is, zeggen waarnemers, is de druk en de snelheid waarmee de domicilie-aanvragen behandeld worden. Een lokale overheid die een aanvraag niet binnen veertien dagen afhandelt, krijgt een stevige boete.

Dalits!
De dalits of de onaanraakbaren vormen een groep mensen in India onderaan de maatschappelijke ladder. Zij zijn buiten het kastenstelsel gesloten. Het gaat om een groep van ruim 260 miljoen mensen, die voornamelijk in India leven maar ook in Bangladesh, Nepal, Pakistan en Sri Lanka. Volgens de volkstelling van 2001 was 16,2% van de Indiase bevolking een dalit.
De naam 'dalit' is afgeleid van het Sanskriet 'dal'. Dit woord betekent gebroken, uitgesloten, onterecht. De dalits zien daarom in hun naam een geuzennaam die hen oproept om te strijden voor hun politieke en economische rechten en voor maatschappelijke erkenning.
Het kastenstelsel is een ruim 2000 jaar oud systeem, dat mensen verdeelt in verschillende groepen. Deze groepen hebben een bepaalde positie in de maatschappij. Bovendien zijn er aan de kasten bepaalde rechten en plichten verbonden. Het kastenstelsel is gebaseerd op het idee dat mensen fundamenteel ongelijkwaardig zijn. Er bestonden vier groepen: Brahmanen (priesters en bestuurders), Kshatriya's (officieren en ambtenaren), Vaishya's (handelaars) en Shudra's (boeren).
De dalits vielen buiten deze indeling; ze waren kasteloos. Ze mochten niet door leden van de kasten worden benaderd. Een belangrijk gegeven van het kastenstelsel is dat kasten erfelijk zijn. Voor ieder kind wordt dus al voor de geboorte bepaald welke positie hij of zij zal hebben in de maatschappij.
Men kan geen hindoe worden, men wordt geboren als hindoe en in de kaste. Als men teruggaat naar de oorsprong van de kasten dan komt men rond 1500 v.Chr. De bevolking van de Indusvallei bestond voornamelijk uit boeren met hun eigen lokale goden, zoals de god van de maan, de zon, de regen, alle goden waar men bang voor was. De Ariërs die naar de Indusvallei (het huidige Noord-India en het gebied rond de Ganges) afzakten, hadden reeds het kastensysteem. Men kan heel eenvoudig stellen dat autochtonen kasteloos werden en invallers de heersers.

Dalits doen het smerigste werk voor het laagste loon, zoals het opruimen van dode mensen en dieren, het ontstoppen van riolen, het schoonmaken van toiletten en het wassen van kleren die zijn bevuild met bloed of uitwerpselen. Omdat dalits ritueel als onrein gezien worden, moeten ze buiten het dorp wonen. Ze mogen geen gebruik maken van de dorpspomp en er zijn voor hen vaak aparte kopjes bij theestalletjes. Leden van andere kasten willen niets aanraken dat een dalit al heeft aangetaakt.
Kastendiscriminatie is na de onafhankelijkheid van India formeel verboden, maar het kastenstelsel bestaat in de praktijk nog steeds. Dalits worden nog altijd buitengesloten en vernederd. Soms worden ze zelfs gelyncht of gemolesteerd. Maar ook de kastelozen hebben indelingen of gildes: iemand die met leer werkt staat lager dan iemand die bijvoorbeeld schoonmaakt.
India heeft programma's voor de verheffing van deze mensen: het reserveringenbeleid. Dit is een vorm van positieve discriminatie en houdt in dat een aanzienlijk deel van de overheidsbanen en de studieplaatsen moeten worden gereserveerd voor minderheden en voor de laagste klassen. In de praktijk wordt ook dalits in betere posities regelmatig te verstaan gegeven dat ze maar onaanraakbaren zijn. Bovendien geldt het reserveringenbeleid alleen voor overheidsfuncties. In de privésector hebben dalits nog steeds minder kansen op werk. Dankzij internet krijgen de dalits steeds gemakkelijker werk, maar meestal in bedrijven gerund door kastelozen.
Het oplossen van kastendiscriminatie wordt bemoeilijkt door conservatieve bewegingen, waaronder de Hindoetva-beweging.
Het kastensysteem staat in de Veda's, de heilige geschriften, en die zijn in duizenden jaren niet aangepast. In de Veda's staat dat men in zijn kaste geboren wordt. Door het reïncarnatiegeloof is het zo goed als onmogelijk om dit te wijzigen zonder het oudste geloof van de aarde te wijzigen. Door het geloof aanvaarden de dalits hun lot. Als zij in dit leven hun karma en moksha aanvaarden en volgen dan komen ze beter terug, en anders erger.
Dalits zelf hebben zich zowel in Zuid-Azië als internationaal georganiseerd binnen het International Dalit Solidarity Network (IDSN). Binnen dit netwerk hebben ze kastendiscriminatie op de agenda van de Europese Unie en de Verenigde Naties gezet.
In het huidige India, waar armoede veel voorkomt, mag men een straatarme niet met een dalit verwarren. Veel brahmanen (priesters) die per definitie niet werken, zijn verarmd. Een dalit zal niet vlug bedelen, in tegenstelling tot nomaden of verarmde veehoeders.

Dalitvrouwen worden gezien als een afhankelijk aanhangsel van de man. In alle lagen van de samenleving blijft het voor de vrouwen moeilijk een zelfstandig bestaan op te bouwen. Het onderdanige gedrag van de echtgenote garandeert de eer van de man.
Dalitvrouwen zijn driemaal onderdrukt: ten eerste als armen, ten tweede als vrouwen en ten derde als dalits. Aanranding en verkrachting van dalitvrouwen en -meisjes is op het Indiase platteland aan de orde van de dag.
Vooral mannen uit hogere kasten beschouwen de werkende vrouwen als vrije buit. Het idee is dat dalits geen beschikking over hun eigen leven en lichaam hebben, maar altijd en op alle denkbare manieren hogere kasten moeten bedienen. Ook binnen de dalitgemeenschap zelf is geweld tegen vrouwen een groot probleem.
De meest extreme vorm van uitbuiting van dalitvrouwen is het systeem van tempelprostitutie. De prostituees, jogoni's, worden op jongere leeftijd door een oudere prostituee ingewijd. Bij bepaalde feesten hebben jogoni's een rituele functie. Ze worden dan gedwongen tot zeer vernederende praktijken zoals het bijna naakt voor het hele dorp dansen. In grote steden is weinig tempelprostitutie, maar handel van dalitvrouwen voor commerciële prostitutie is een business in opkomst.
Straffeloosheid van geweld tegen dalitvrouwen houdt dit geweld in stand. Vrouwen die aangifte willen doen worden vaak weggestuurd door politieambtenaren, die vrijwel altijd van een hogere kaste zijn.
Dalitvrouwen komen steeds sterker op voor hun rechten. Er zijn veel organisaties van dalitvrouwen, zoals de organisatie CaRDS (Community and Rural Development Society). De bekendste strijdster voor de rechten van dalitvrouwen is Ruth Manorama. Zij won in 2006 de Right Livelihood Award. Nog in 2006 vond de eerste internationale conferentie over de rechten van dalitvrouwen plaats in het stadhuis van Den Haag, op uitnodiging van burgemeester Deetman.
Op 13 mei 2007 werd een dalitvrouw, Mayawati Kumari, beëdigd als premier van de dichtstbevolkte Indiase staat Uttar Pradesh, nadat haar Bahujan Samaj Party bij de deelstaatverkiezingen de absolute meerderheid had behaald.

De prominente activist Chandrasekhar Azad werd op 8 juni 2017 opgepakt. De politie beweert dat hij zou hebben aangezet tot geweld tegen leden van hogere kasten. Aanleiding was de moord op twee dalitmannen.
Azad zat vier maanden vast. Een dag nadat hij op borgtocht vrijkwam, op 3 november, werd hij opnieuw opgepakt en in administratieve detentie geplaatst. Dit betekent dat de autoriteiten hem een jaar kunnen vasthouden zonder aanklacht of proces. Volgens de rechter die de borgtocht toekende, was de zaak politiek gemotiveerd.
Azad is de oprichter van het Bhim-leger, een groep dalitactivisten die strijden tegen de kastendiscriminatie en geweld in India. Ze runnen ook 300 scholen voor kansarme dalitkinderen in de Indiase deelstaat Uttar Pradesh.

Illegale zandgraverij
In 2004 trokken de Verenigde Naties aan de bel voor dit onderschat probleem. Door de bevolkingstoename en verstedelijking is er zoveel zand nodig -o.a. voor beton- dat in landen als de Verenigde Staten, Indonesië, China en Australië de ongebreidelde afgraverij de biodiversiteit van bijvoorbeeld zeebodems ernstig aantast.
In India vernietigt de winning het bodemleven van rivieren, waarbij omwonenden de dupe zijn omdat vruchtbare oevers verdwijnen. In 2019 jaar zijn zelfs vier bruggen ingestort, omdat het fundament niet meer stevig stond. Ook neemt het risico op overstromingen toe, omdat afgegraven dijken en boezems in tijden van moessonregens het water niet meer tegenhouden en absorberen. En doordat het water zich ongecontroleerd verspreidt, verdampt het voordat het de grond kan intrekken en zo daalt ook het grondwaterniveau.
De zucht naar zand is ongekend: de vraag stijgt jaarlijks met 10 procent en de prijs stijgt exponentieel. Momenteel ligt het bedrag op zo'n 300 euro per vrachtwagen van gemiddeld zo'n 15.000 kilo zand. In 2019 ging er 700 miljoen ton zand om in de sector, goed voor een omzet van grofweg 14 miljard euro.
Ongebreidelde zandgraverij gebeurt op grote schaal in het noordwesten, in de staten Haryana, Rajasthan, Madhya Pradesh en Uttar Pradesh, en in het zuiden aan de kust, in Goa en Tamil Nadu.

Het overgrote deel van de zandwinning voldoet niet aan de eisen van het Indiase Hooggerechtshof. Zo mag het niet ten koste gaan van het milieu en mogen er in de meeste gevallen geen grote machines worden ingezet. Maar er is een groot grijs gebied en er bestaat geen nationale aanpak. Zandmijnbouw valt onder 'kleine mijnbouw' waardoor handhaving wordt overgelaten aan regionale overheden. Elke staat heeft eigen richtlijnen opgesteld. Zij geven de vergunningen uit en kijken niet of nauwelijks of het binnen de richtlijnen en juridische kaders gebeurt. Omdat er zoveel winsten te behalen zijn en de zandbedrijven afhankelijk zijn van vergunningen, zijn de boven- en onderwereld nauw met elkaar verbonden; vandaar dat er gesproken wordt van een zandmaffia.
In 2018 vielen er 28 doden, waaronder ambtenaren, journalisten en activisten. Zo werd journalist Sandeep Sharma 35 jaar, die onderzoek deed naar misstanden, in maart 2018 door een truck doodgereden. En in Rajasthan kwamen twee mensen om in een vuurgevecht tussen politie en zandsmokkelaars.

Vele boeren krijgen tot vijftigduizend roepies (zo'n 635 euro) per jaar voor de verhuur van hun grond aan zandbedrijven. Die betalen dan weer astronomische bedragen aan hun deelstaat voor de nodige graafvergunningen. Dat geld verklaart meteen waarom de overheid een oogje toeknijpt.
Door de machtigste boeren mee te laten profiteren, verkleinen de bedrijven de tegenstand. Het netwerk van belanghebbenden in de zandwinning is trouwens groot en ondoorzichtig. Zo loopt er een zaak tegen mijnbouwstaatsminister Gaitry Parjapati uit Uttar Pradesh en is ene Banku Singh Kansana, de zoon van een politicus uit Madhya Pradesh, aangehouden voor het in elkaar slaan van politieagenten die illegalen wilden arresteren.
Er zijn veroordelingen, maar helaas zijn deze zaken slechts een druppel op een gloeiende plaat.
De rivieren waar zand aan onttrokken wordt, zien eruit als een maanlandschap vol kilometersbrede trucksporen. Boeren verhuren hun akkers als zanddoorvoerplaats. Ze beseffen blijkbaar niet dat het gebied dor en levenloos wordt. Integendeel, velen van hen menen dat ze door de uitgravingen juist overstromingen voorkomen en dus goed werk doen. Hun kortetermijndenken is zonder meer verontrustend.
De Indiase overheid geeft prioriteit aan het bouwen van huizen en infrastructuur om de zo gewenste economische groei te stimuleren, vaak ten koste van arbeidsrechten en milieu.
En wie dwarsligt, wordt geïntimideerd of erger.

Smogalarm!
Van oktober tot februari kennen ze in Delhi het ‘smog- seizoen’. Door uitstoot van verkeer, industrie, brandende akkers en een koele, stagnerende lucht, verandert de stad in een gaskamer. De gele toxische lucht snijdt je letterlijk de adem af. Je hoest, hebt hoofdpijn en voelt een tergende vermoeidheid in je lijf. In 2019 stierven 1,67 miljoen Indiërs aan hartfalen, beroertes en longkanker, allemaal veroorzaakt door luchtvervuiling. Er stierven 115.000 pasgeboren baby’s binnen een maand.
Mondmaskers werden hier al ver voor de komst van corona gedragen en in veel appartementen staat een luchtzuiveraar, die vieze lucht opzuigt en opgeschoonde lucht uitstoot. Maar dat kan lang niet iedereen betalen.
Het is niet zo dat de Indiase overheid niets doet. Maar de oorzaken aanpakken blijkt taai, dus worden de symptomen bestreden met iets nieuws: smogtorens. In 2019 werden als proef op vijf kruispunten WAYU’s -anderhalve meter hoge smoginstallaties- geplaatst. De schone lucht wordt uitgestoten in een stroom van zo’n vijftien meter lang en twee meter breed.
Enkele politici wilden de onderzoeksresultaten niet afwachten en gaven de Technische Universiteit van Bombay (IIT Bombay) opdracht om twee smogtorens van twintig meter hoog te produceren, voor 2,5 miljoen euro per stuk. Maar een aantal Indiase wetenschappers stuurden een brandbrief naar het Hooggerechtshof met de oproep geen geld te spenderen aan dit zinloze project. Een afgesloten ruimte kun je zuiveren, maar buitenlucht zo opschonen is onmogelijk. Wetenschapper Sarath Guttikunda rekende het uit: één toren ververst hooguit 0,00007 procent van de buitenlucht van New Delhi!
Afgelopen juli trok IIT Bombay zich terug, omdat ook zij concludeerden dat het niet effectief zou zijn. Onmiddellijk tikte het Hooggerechtshof hen op de vingers. De universiteit was akkoord gegaan en moest het nu ook uitvoeren. Zo niet, dan zouden ze worden aan- geklaagd voor belediging van het hof. Wanneer en óf de torens er daadwerkelijk komen en wie ze gaat neerzetten, is nog niet bekend.

Onze schrijfactie voor juni: laat mensenrechtenverdedigers vrij!
De politie van deelstaat Maharashtra treedt hard op tegen activisten, advocaten en mensenrechtenverdedigers. In 2018 werden 9 mensenrechtenverdedigers gearresteerd.
De politie beweerde dat de activisten betrokken waren bij de Bhima Koregaon-rellen tussen Dalits en Hindoe-nationalisten. Op de arrestatie van de zogenaamde Bhima Koregaon (B-K) 9, volgde een lastercampagne door de overheid. Op 14 april 2020 werden nog eens twee activisten gearresteerd en later dat jaar nog eens 5.
De “B-K 16” worden vervolgd onder verschillende provisies van de Unlawful Activities Prevention Act (UAPA) en hun vermeende betrokkenheid bij de rellen. De UAPA beperkt op arbitraire wijze de vrije meningsuiting en is in strijd met het internationaal recht. De vervolging van de B-K 16 is politiek gemotiveerd en lijkt erop gericht om critici van de regering te onderdrukken. Bovendien is er vrees voor de gezondheidstoestand van sommigen van de mensenrechtenverdedigers door uitbraken van COVID-19 in de gevangenissen.


Stuur een brief naar:
Union Home Minister Amit Shah
Ministry of Home Affairs
North Block,
New Delhi – 110001
India

email: jscpg-mha@nic.in

Ook naar de ambassade van India wordt deze brief gestuurd:
Ambassadeur Santosh Jha
Vleurgatsesteenweg 217
1050 Brussel

email: admn.brussels@mea.gov.in


(Boom, ... June 2021)

Dear Home Minister,

In 2018, nine prominent human rights activists who work on behalf of some of India’s most vulnerable populations, were arrested for their alleged involvement in the 2018 Bhima Koregaon riots between Dalits and Hindu Nationalists. Their names: Sudha Bharadwaj, Arun Ferreira, Surendra Gadling, Mahesh Raut, Shoma Sen, Rona Wilson, Sudhir Dhawale, Vernon Gonsalves and Varavara Rao. In 2020, Anand Teltumbde and Gautam Navlakha were also detained and charged under various provisions of the Indian Penal Code along with the Unlawful Activities (Prevention) Act (UAPA) for their alleged involvement in the Bhima Koregaon riots. Five more human rights defenders have been arrested in the Bhima Koregaon case in 2020: MT Hany Babu, Stan Swamy, Sagar Tatyarao Gorkhe, Ramesh Murlidhar Gaichor and Jyoti Raghoba Jagtab.

As I am convinced that all activists, human rights defenders, journalists, academics and opposition members should be able to peacefully exercise their rights to freedom of expression and association, I would like you, dear Home Minister, to release all 16 of them immediately and unconditionally and to make sure all charges against them are dropped.

Yours sincerely,

(Naam, adres en handtekening)



Mijnheer de Minister van Binnenlandse Zaken (van de staat Maharashtra),

In 2018 werden negen prominente mensenrechtenverdedigers die werken voor India’s meest kwetsbare bevolkingsgroepen, gearresteerd omwille van zogezegde betrokkenheid in de Bhima Koregaonrellen van 2018 tussen dalits en hindoenationalisten. Hun namen: Sudha Bharadwaj, Arun Ferreira, Surendra Gadling, Mahesh Raut, Shoma Sen, Rona Wilson, Sudhir Dhawale, Vernon Gonsalves en Varavara Rao. In 2020 werden ook Anand Teltumbde en Gautam Navlakha gevangengezet en aangeklaagd onder verschillende voorzieningen van de Indische Strafwet en de Unlawful Activities (Prevention) Act (UAPA) voor hun vermoedelijke betrokkenheid bij die rellen. In deze zaak werden nog eens vijf andere mensenrechtenverdedigers gearresteerd in 2020: MT Hany Babu, Stan Swamy, Sagar Tatyarao Gorkhe, Ramesh Murlidhar Gaichor en Jyoti Raghoba Jagtab.

Daar ik ervan overtuigd ben dat alle activisten, mensenrechtenverdedigers, journalisten, academici en leden van de oppositie bij machte moeten zijn om op een vreedzame manier hun recht op vrijheid van mening en samenkomst uit te oefenen, zou ik graag hebben dat u, Mijnheer de Minister, deze 16 mensen vrij zou laten, onmiddellijk en onvoorwaardelijk, en ervoor zorgt dat alle aanklachten tegen hen worden ingetrokken.

Hoogachtend,