vlag Turkije T U R K I J E Wikipedia Landenweb
Opp.: 780.580 km² (24 x België)    Inw.: 71,9 miljoen (2008)   (89 inw./km²)    Regeringsvorm: republiek    Hoofdstad: Ankara    Religie: islam

locatie Turkije

Turkije ligt voor het grootste deel in Azië, op het schiereiland Anatolië (of Klein-Azië), tussen de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Een klein deel rond de grootste stad Istanbul ligt in Europa.
Het bergachtige Turkije grenst in het westen aan Griekenland en Bulgarije, en in het oosten aan Georgië, Armenië, Azerbeidzjan, Iran, Irak en Syrië. Turkije

Politiek
In 1974 bezetten Turkse troepen het noorden van Cyprus na een coup. Dit resulteerde in een Turks-Cypriotische republiek die alleen door Turkije wordt erkend.
Vanaf de jaren 80 strijden de separatistische Koerden in Oost-Turkije voor (gedeeltelijke) autonomie. Turkije erkent hun cultuur wel maar separatisme is verboden. Koerdisch onderwijs was verboden totdat rebellenleider Abdullah Öcalan opgepakt werd door de Turkse commando's in Kenia. Lange tijd werd zelfs het gebruik van de Koerdische taal verboden. De Koerdische rebellenbeweging PKK (Arbeiders Partij Koerdistan) voerde jarenlang een guerrilla, maar na de arrestatie van hun leider Öcalan is de guerrilla geluwd. Op 4 april 2002 besloot de partij de gewapende strijd op te geven.
Sinds de parlementsverkiezingen van november 2002 heeft een nieuwe partij, de AKP (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling), een absolute meerderheid in het parlement. De AKP komt voort uit de islamitische Welvaartspartij, maar noemt zichzelf nu conservatief-democratisch en presenteert zich als een moderne, pro-EU partij. Onder de huidige leider premier Recep Tayyip Erdogan is de AK-Partij gematigd geworden. Bij de verkiezingen van 2007 verhoogde de AK-partij haar stemmen van 34% naar 47%, mede dankzij de sterke economische groei.

In de jaren voorafgaande aan 2001 beleefde de Turkse economie een grote crisis met torenhoge inflatie. Naast economische en monetaire hervormingen waren het de terroristische aanslagen op 11 september 2001 die het land er weer bovenop brachten: als enige islamitische NAVO-land werd Turkije plotseling van belang als schakel tussen het Westen en de islamitische wereld en kreeg daarom veel financiële steun. Als tegenprestatie speelde Turkije een leidende rol in de vredesmacht in Afghanistan.
Onder zware druk van de EU zijn de politieke bevoegdheden van het leger geschrapt en heeft de Koerdische minderheid meer rechten gekregen. De corruptie en het moslimfundamentalisme worden nu in Turkije als de grootste nationale problemen gezien.

Verplichte legerdienst, ook voor Turken in het buitenland!
Elke Turkse jonge man van 18 jaar moet 18 maanden legerdienst volgen. Niemand wordt vrijgesteld, terzij personen met een handicap. Veel jonge Turken leren er lezen en schrijven. Ook Turken die in het buitenland verblijven, moeten legerdienst doen in Turkije. Of Belgen met een dubbele nationaliteit, zoals er hier heel wat zijn.
Wie hier woont, kan die legerdienst afkopen door ruim 6000 euro te betalen aan het Turks Ministerie van Defensie. Bijna iedereen in België doet dat. De betaling kan over jaren gespreid worden, maar men blijft wel verplicht tot één maand opleiding in het Turkse leger.
Ook Koerden dienen legerdienst te doen. Ze schijnen wel hard aangepakt te worden. En dienst doen in Oost-Turkije is voor velen een "strafkamp".

In Turkije worden nog altijd mensen gedetineerd vanwege hun geweldloze politieke activiteiten. Foltering komt regelmatig voor, ook al zijn er aanwijzingen dat het patroon van stelselmatig martelen van mensen die op grond van de Antiterreurwet werden gedetineerd, doorbroken wordt. Er komen ook nog geregeld meldingen van sterfgevallen tijdens hechtenis, klaarblijkelijk als gevolg van marteling. Rechtbanken leggen nog steeds doodvonnissen op.
Verder maken ook gewapende oppositiegroeperingen zich schuldig aan mensenrechtenschendingen.

Esber Yagmurdereli, advocaat, schrijver en mensenrechtenactivist zit een gevangenisstraf uit tot 2020. Toen hij in een speech de Turkse regering aanpakte over de situatie van de Koerdische bevolking in Turkije, werd hij veroordeeld tot tien maanden, volgens artikel acht van de Antiterreurwet. Maar als gevolg van deze straf raakte hij zijn kans op strafvermindering kwijt van de overgebleven zestien jaar van een eerder opgelegde levenslange gevangenisstraf. Die straf was in 1991 opgeschort op voorwaarde dat hij geen enkel misdrijf van politieke aard zou plegen.
Esber Yagmurdereli behoort tot een groep Turkse intellectuelen die hun eigen vrijheid in gevaar brengen door de staat openlijk uit te dagen over het gerecht op vrije meningsuiting. Door zijn acties hoopte hij een omvorming van de Turkse wet op gang te brengen, die dit recht op vrije meningsuiting beknot.
Esber Yagmurdereli is in 1945 geboren en studeerde rechten en filosofie aan de universiteit van Ankara. Hij is blind van toen hij ongeveer tien jaar oud was. Hij heeft één zoon van 22 jaar, die campagne voert om zijn vader niet te laten vergeten.
De inzet van Esber Yagmurdereli voor de mensenrechten werd op 2 maart 2000 beloond, toen hij de Ludovi Trarieux - Internationale Mensenrechtenprijs won. De jury riep bij die gelegenheid ook de autoriteiten op hem vrij te laten. Deze prijs wordt om de twee jaar uitgereikt en gaat telkens naar een advocaat. De toekenning gebeurt na consultatie met de voornaamste mensenrechtenorganisaties.

Straffeloosheid voor folteraars
Zowel internationale als Turkse wetten verbieden het martelen van gevangenen, ongeacht hun misdaad. Toch blijft dit bijna systematisch gebeuren. Vooral de eerste dagen na arrestatie lopen mannen, vrouwen en kinderen het gevaar gefolterd te worden. De meest voorkomende praktijken zijn afranselingen, ophanging aan armen of polsen, elektrische schokken, seksueel misbruik en het onthouden van voedsel of het beletten te slapen. Vrouwen worden daarnaast nog het slachtofffer van specifieke schendingen: verkrachting of het vernederende "maagdelijkheidsonderzoek".
Vertragingen in de rechtsgang dragen bij tot straffeloosheid voor de daders van foltering en andere mensenrechtenschendingen. Er zijn bovendien vele gevallen bekend van seksuele mishandeling op politie- en rijkswachtkantoren. De meeste slachtoffers en hun familieleden durven niets te zeggen uit vrees voor represailles en wanneer ze toch klacht indienen, zijn de openbare aanklagers zeer weigerachtig om er gevolg aan te geven. Een parlementaire onderzoekscommissie die hiernaar onderzoek deed, ontdekte in bepaalde politiebureaus geluidsdichte ruimten speciaal ingericht om te folteren.
Het is voor de vrouwelijke slachtoffers ontzettend moeilijk om gerechtigheid te bekomen. Ook hun advocaten hebben het moeilijk: zij worden zowel door de overheid als in de media aangevallen. Heel de situatie draagt ertoe bij dat de daders van seksueel geweld ongestraft blijven.

Turkije en de Europese Unie!
Hoe kan een land een douaneakkoord tekenen met lidstaten van de Europese Unie en tegelijk schepen en vliegtuigen van één van die lidstaten -Cyprus- weigeren? Turkije kan dat en het lijkt erop dat de Europese Unie dat ook nog voor lief neemt en Turkije beloont met toetredingsonderhandelingen. Diverse landen hebben het daar moeilijk mee...
Op 17 december 2004, tijdens een bewogen top in Brussel, besliste de Europese Raad van staats- en regeringsleiders dat op 3 oktober 2005 de onderhandelingen zouden starten over de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Dat had veel voeten in de aarde gehad. Turkije stond al lang te kloppen aan de poort. In december 1999, op een Europese top in Helsinki, had het land het statuut van kandidaat-lidstaat gekregen. Later zou de Nederlandse Eurocommissaris Frits Bolkestein verklaren dat in Helsinki nauwelijks drie minuten over dat statuut was gepraat. Maar drie jaar later werd in Kopenhagen de procedure voor de toetreding vastgelegd.
Op de top in Brussel (2005) werd niet meer gepraat over de voorwaarden van Kopenhagen waaraan nieuwe lidstaten moesten voldoen (mensenrechten, wetgeving, bescherming van minderheden, enz.). Het enige resterende probleem op de top bleek de kwestie Cyprus. Turkije bezet al meer dan dertig jaar met 30.000 militairen het noorden van het eiland en vestigde er een Turkse staat, die eigenlijk verder door niemand wordt erkend. Grieks-Cyprus is ondertussen wel lid van de EU -begrijpe wie kan!
Na geëmotioneerde gesprekken werd een vage afspraak gemaakt. Turkije zou het douaneakkoord met het uitgebreide Europa van de 25 staten ondertekenen. Dat werd door de EU geïnterpreteerd als een feitelijke erkenning van Cyprus, want dat land was volwaardig lid van het Verenigd Europa.
Turkije ondertekende het protocol op 29 juli 2005, maar voegde daar een verklaring aan toe dat dit niet de erkenning van Cyprus betekende.
Over de kwaliteit van de mensenrechten in Turkije wordt stevig getwijfeld: in 2003 werden nog 2.000 Turken door Europese landen erkend als politieke vluchtelingen. Daarom staan heel wat lidstaten sceptisch tegenover gesprekken over een Turkse toetreding.
Nu, na heel wat onderhandelingen over en weer is men het erover eens dat het zeker tot 2020 kan duren voordat Turkije als volwaardig lid wordt toegelaten.

In juni 2005 ging de nieuwe Turkse strafwet in voege. Maar die legt nog altijd beperkingen op bij het uitoefenen van fundamentele rechten. Foltering en mishandeling blijven voorkomen, vooral bij veroordeelden voor gewone misdrijven, zoals diefstal. Bij het neerslaan van betogingen gebruikt de politie vaak excessief geweld. De verantwoordelijken van dergelijke incidenten gaan bijna altijd vrijuit. Ook aan alle voorwaarden voor eerlijke procesvoering is nog niet voldaan.
Turgay Ulu, 33 jaar, zit al meer dan tien jaar in de gevangenis. Hij was in mei 1996 opgepakt en in 2002 veroordeeld omdat hij betrokken zou zijn geweest bij een ontsnappingspoging van een andere gevangene. Turgay Ulu had eerst de doodstraf gekregen, maar die werd daarna omgezet in levenslange gevangenisstraf. Hij heeft al een beroepsprocedure gewonnen, maar zijn proces gaat nog altijd voort.
In 1996 kreeg Turgay Ulu te horen dat hij beschuldigd werd van het steunen van twee ideologisch totaal verschillende gewapende politieke bewegingen. Tijdens de afhandeling van zijn zaak waren er zo veel hiaten in de gerechtelijke procedure dat zijn recht op een eerlijk proces met voeten is getreden. De eerste acht dagen zat hij incommunicado -d.i. zonder enig contact met de buitenwereld- gevangen en zou toen gefolterd zijn. De veroordeling berust op verklaringen die ook zouden afgedwongen zijn onder foltering. Twee van de drie politieagenten, die als ooggetuige naar voor kwamen bij het proces, verklaarden dat hij niet de man was die ze gezien hadden op de plaats van het misdrijf. De derde is, na acht jaar van proces voeren, nog altijd niet gehoord.
In 2000 verklaarde één van de aanklagers dat "duidelijk, concreet en geloofwaardig bewijsmateriaal om de beklaagde schuldig te verklaren niet bestaat". Ook de aanklager van het Hof van Cassatie drong er op aan dat de originele veroordeling zou vernietigd worden bij gebrek aan bewijs.
En toch zit Turgay Ulu nog altijd in de gevangenis.


Uit het jaarrapport 2010 van Amnesty International (over het jaar 2009)
Doodstraf: afgeschaft voor alle misdrijven.
Levensverwachting: 71,7 jaar.
Sterftecijfer onder 5 jaar (m/v): 36/27 per 1000.
Alfabetisme onder volwassenen: 88,7 %.

Er werd weinig vooruitgang geboekt in het verbeteren van de waarborgen voor mensenrechten. Er waren nog steeds meldingen van marteling en andere vormen van mishandeling, evenals beperking van de vrijheid van meningsuiting door strafvervolging.
Het legitieme werk van mensenrechtenverdedigers werd gehinderd door buitensporige administratieve controles en gerechtelijke pesterijen. Vermeende mensenrechtenschendingen door overheidsfunctionarissen werden in veel gevallen niet effectief onderzocht en de kans dat een wetshandhaver met succes werd vervolgd was zeer klein.
Er vonden nog steeds oneerlijke processen plaats, vooral onder de antiterrorismewetgeving: die werd gebruikt om kinderen volgens dezelfde procedures te vervolgen als volwassenen.
Er was weinig verbetering in de omstandigheden in gevangenissen en toegang tot noodzakelijke medische behandeling werd meestal geweigerd.
Er werd geen vooruitgang geboekt in het erkennen van het recht op gewetensbezwaren tegen militaire dienst en de rechten van vluchtelingen en asielzoekers werden nog steeds geschonden.
Lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders werden nog steeds bij wet en in de praktijk gediscrimineerd en er was onvoldoende bescherming voor vrouwen en meisjes die het slachtoffer waren van geweld.


Asielzoekers, vluchtelingen en migranten worden onrechtmatig opgesloten in gesloten centra in Turkije. Bovendien voldoen de levensomstandigheden en de voorzieningen in de centra niet aan de internationale standaarden.
De Turkse traditie van gastvrijheid geldt niet voor enkele van de meest kwetsbare groepen in een maatschappij, namelijk vluchtelingen en asielzoekers.
In april 2009 publiceerde Amnesty International het rapport "Stranded: Refugees in Turkey denied protection". Daarin wordt beschreven op welke manier de Turkse autoriteiten de rechten van asielzoekers en vluchtelingen schenden. De problemen met de opsluiting van asielzoekers en vluchtelingen kwamen daarin uitgebreid aan bod. Amnesty voerde ook actie om deze situatie aan te klagen bij de Turkse autoriteiten.
We zijn nu meer dan een jaar verder maar de situatie is nog steeds dezelfde. Nog steeds worden honderden asielzoekers, migranten, en zelfs -erkende vluchtelingen voor lange periodes vastgehouden in gesloten centra, soms langer dan een jaar. Vaak wordt hen niet verteld waarom ze er worden vastgehouden of voor hoelang. De levensomstandigheden in de gesloten centra zijn ronduit vreselijk. De centra zijn overbevolkt en vuil en er is onvoldoende toegang tot basisvoorzieningen zoals voedsel en medische zorgen.
Het gebrekkig beleid van de Turkse overheid en de slechte situatie in de gesloten centra leidde tot veroordelingen door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het Hof oordeelde dat Turkije haar internationale verplichtingen schendt door de willekeurige opsluiting van vluchtelingen in de gesloten centra. Meer recent oordeelde het Hof ook dat de levensomstandigheden in twee centra een onmenselijke of vernederende behandeling of straf uitmaken.
De Turkse overheid moet dringend stappen ondernemen om tegemoet te komen aan haar internationale verplichtingen tegenover vluchtelingen, asielzoekers en migranten. De regering werkt momenteel aan een allesomvattend wetsontwerp rond asiel en migratie. Dit is dus het uitgelezen moment om onze bezorgdheden kenbaar te maken.

Gedwongen uithuiszettingen in Istanbul in september?
Tientallen families dreigen onmiddellijk uit huis gezet te worden in Tarlabasi , een district in Istanbul als gevolg van een stedenbouwkundig project van de gemeente Beyoglu. Sommige families werden reeds onder dwang uit hun huis gezet. Het ontruimingsbevel laat uitschijnen dat de gemeente Beyoglu van plan is om gedwongen uithuiszettingen uit te voeren met behulp van advocaten en ordehandhavers. Het bevel bevat geen duidelijk tijdschema of mogelijkheden voor beroep tegen de uithuiszettingen.
Verschillende families kregen reeds te kampen met bedreigingen en intimitadies door de autoriteiten. Bewoners vertellen dat ze enkele maanden geleden documenten i.v.m. de uithuiszetting moesten ondertekenen, maar ze konden ze niet lezen. Men dreigde met onmiddellijke uithuiszetting als men de papieren niet zou ondertekenen.
Er is geen adequaat consultatieproces geweest met de bewoners en er zijn geen plannen voorhanden i.v.m. alternatieve huisvesting.
Amnesty sprak met enkele bewoners, waaronder Besra, een alleenstaande moeder die op 24 juni onder dwang uit huis werd gezet. De ordehandhavers hadden geen boodschap aan haar pleidooi om te mogen blijven wonen. Haar bezittingen werden op de straat gesmeten en liepen onherstelbare schade op.
Onder internationaal recht mogen uithuiszettingen enkel gebeuren als laatste redmiddel, wanneer alle mogelijke alternatieven zijn onderzocht en wanneer er consultatie is geweest met de gemeenschap. De autoriteiten zijn dan verplicht om hen op tijd te waarschuwen en te voorzien in rechtsmiddelen, alternatieve huisvesting en compensatie. Ze moeten verzekeren dat niemand dakloos wordt door de uithuiszetting.
Welnu, de gemeente Beyoglu vervult momenteel deze voorwaarden niet.

Bootvluchtelingen mogen niet teruggestuurd worden!
Ongeveer 150 Syrische vluchtelingen worden momenteel vastgehouden in een kamp in Turkije, dichtbij de Syrische grens. Ze lopen het risico te worden teruggestuurd naar Syrië door de Turkse autoriteiten.
De 150 Syrische vluchtelingen maakten deel uit van een groep van meer dan 250 mensen uit Syrië en Irak die op 15 september vanuit Bodrum, Turkije probeerde over te steken naar het Griekse eiland Kos. Volgens de vluchtelingen schoot de Turkse kustwacht verschillende keren naar hun boot die vervolgens zonk. De kustwacht bevestigt dat 249 vluchtelingen werden gered en 22 lichamen werden teruggevonden, waaronder kinderen.
De meeste vluchtelingen werden op 17 september overgebracht naar een kamp in Düziçi, Turkije. De autoriteiten vertelden hen dat ze in het kamp moeten blijven totdat ze ermee instemmen naar Syrië terug te keren via de grensovergangen aan Bab al-Hawa of Bab al-Salam. Die plekken staan onder de controle van gewapende groepen die verantwoordelijk zijn voor schendingen van de mensenrechten. De vluchtelingen moesten verschillende documenten in het Turks ondertekenen die zij niet konden lezen.
Vanwege het aanhoudende conflict in Syrië mogen vluchtelingen niet gedwongen worden teruggestuurd naar hun land waar ze een reëel risico op schendingen van de mensenrechten lopen. Dit staat bekend als het principe van non-refoulement. Bovendien komt het dreigen met onbepaalde detentie zolang vluchtelingen niet vrijwillig terugkeren, ook neer op refoulement.

Op 28 november 2015 werd de prominente Turkse advocaat en mensenrechtenverdediger Tahir Elci op straat in Diyarbakir doodgeschoten. Net daarvoor had hij een persconferentie gegeven waarin hij zei: "We willen hier geen geweren, geen gevechten, geen politie-operaties." Het is nog onduidelijk door wie of waarom hij is vermoord.
Tahir Elci streed voor gerechtigheid en mensenrechten in Turkije. Met gevaar voor eigen leven verdedigde hij mensen die vastzaten, waren gemarteld of verdwenen. Ook maakte hij mensenrechtenschendingen in Turkije openbaar.
In oktober 2015 werd Elci aangeklaagd omdat hij op televisie had gezegd dat de Koerdische gewapende groepering PKK geen terroristische organisatie is, maar een gewapende politieke beweging met veel steun. Hierna werd hij telefonisch en via social media met de dood bedreigd.
Het onderzoek naar de dood van Elci begon slecht. De plaats van de moord werd niet afgezet en er vond niet direct onderzoek plaats. Toch beweren de Turkse autoriteiten de kogel die Elci doodde, gevonden te hebben -drie dagen na zijn dood.

PersvrIjheid
Turkije zou niet langer journalisten mogen intimideren, als het land meer toenadering wil tot de Europese Unie. Dit werd gezegd na de arrestatie in april 2016 van de Nederlands-Turkse columniste Ebru Umar. Ze werd opgepakt in de Turkse kustplaats Kusadasi, omdat ze via Twitter president Erdogan zou hebben beledigd. De politie liet haar kort nadien weer vrij, maar ze mocht voorlopig het land nog niet verlaten. De volgende dag werd ingebroken in haar woning in Amsterdam, toevallig of niet...

Twee mannen spoorloos verdwenen!
Gökhan Türkmen en Mustafa Yilmaz worden sinds februari 2019 vermist. Hun families vrezen dat ze met geweld zijn ontvoerd vanwege hun vermeende betrokkenheid bij de couppoging in 2016. De Turkse autoriteiten ontkennen dat zij Gökhan Türkmen en Mustafa Yilmaz gevangenhouden.
Fysiotherapeut Mustafa Yilmaz verloor zijn baan na de couppoging van 2016. Hij werd opgepakt en veroordeeld voor deelname aan een gewapende terroristische organisatie. In afwachting van zijn hoger beroep werd hij vrijgelaten en ging hij weer aan het werk als fysiotherapeut. Op 19 februari verdween hij op weg naar zijn werk.
Ook ambtenaar Gökhan Türkmen werd ontslagen vanwege mogelijke betrokkenheid bij de couppoging. Drie jaar lang dook hij onder, maar hij had nog wel af en toe contact met zijn ouders. Op 7 februari verdween hij.
Gevreesd wordt dat Gökhan Türkmen en Mustafa Yilmaz met geweld zijn ontvoerd.
Rond dezelfde tijd verdwenen ook vier andere mannen die beschuldigd worden van betrokkenheid bij de couppoging. Inmiddels is bekend dat zij in de gevangenis van Ankara zitten.

Studenten vervolgd voor Pride!
Op 10 mei 2019 organiseerden studenten op een universiteitscampus in Ankara een Pride om hun solidariteit te tonen met de LHBTI-gemeenschap. De politie dreef de studenten uiteen met traangas en rubberen kogels. Achttien studenten en een docent staan nu terecht voor deelname aan een verboden bijeenkomst.
In 2017 werden alle publieke bijeenkomsten in Ankara verboden. Het verbod werd in april 2019 opgeheven omdat het in strijd is met de grondwet. Toch verbood de universiteit de Pride. Toen de studenten desondanks samenkwamen, gebruikte de politie dus buitensporig geweld, waarbij meerdere mensen werden verwond en gearresteerd.