vlag Turkmenistan T U R K M E N I S T A N Wikipedia Landenweb
Opp.: 488.100 km² (16 x België)    Inw.: 5,2 miljoen (2009)  11 inw./km²)    Regeringsvorm: republiek    Hoofdsteden: Asjchabad   Religie: islam

locatie Turkmenistan

Turkmenistan grenst aan Kazachstan, Oezbekistan, Afghanistan, Iran en de Kaspische Zee. Het land omvat ook nog een aantal eilanden in de Kaspische Zee. De grote lagune in het noordwesten is een depressie, die in de zomer droog komt te liggen
De hoogte van Turkmenistan is gemiddeld 100 tot 200m, met in het oosten enkele toppen over de 3000m. Het laagste punt is Vpadina Akchanaya in het noordoosten, 81m onder zeeniveau. Het waterniveau in Turkmenistan is erg veranderlijk met als laagste punt soms -110m.
In het zuiden ligt het Kopetdag-gebergte, dat wordt gekarakeriseerd door heuvels, droge en zanderige hellingen, bergplateau's en steile ravijnen. De Kopetdag is momenteel tektonisch actief, wat regelmatig aardbevingen veroorzaakt.
De Karakum-woestijn omvat ongeveer 350.000km² van het landschap.
Turkmenistan heeft een continentaal subtropisch klimaat: de zomers zijn lang, warm en droog terwijl winters matig en droog zijn, behalve in het noorden waar het af en toe regent. De meeste neerslag valt tussen januari en mei.


Turkmenistan

Politiek
In de jaren-70 was Turkmenistan één van de belangrijkste katoenproducenten voor de USSR. Ondanks het feit dat de meeste Centraal-Aziatische partijleiders tijdens de glasnost van Michael Gorbatsjov het veld moesten ruimen, kon voormalig premier Niazov een belangrijke post blijven bekleden. Op 27 oktober 1990 werd hij zelfs tot president van Turkmenistan gekozen. Op 27 oktober 1991 verklaarde Turkmenistan zich onafhankelijk.
In 1992 schafte Niazov de TCP (Turkmeense Communistische Partij) af en verving haar door de Democratische Partij van Turkmenistan (DPT). Daarnaast schafte hij het ambt van premier af en begon hij als autocraat te regeren. Oppositieleiders werden al in een vroeg stadium na de onafhankelijkheid gevangengezet en de pers werd gecensureerd. Vanaf 1993 noemde Niazov zich Turkmenbashi ('Leider der Turkmenen').
Niazov introduceerde allerlei buitenissige zaken, zoals het permanente presidentschap en het voor ieder huishouden verplicht stellen van het hijsen van de nationale vlag bij zonsopkomst en strijken ervan bij zonsondergang, elke dag opnieuw. Het gelaat van de president staat bovendien op alle bankbiljetten.
Verder voerde hij een feestdag in ter ere van zijn ouders en ook feestdagen voor de meloen en het tapijt. Schoolmeisjes werden verplicht een bontmutsje te dragen. Ook is het sinds augustus 2005 verboden te playbacken, zelfs in besloten kring.
De personencultus van de Turkmenbashi nam ongewone vormen aan. Hij hernoemde steden, vliegvelden, de maand januari en zelfs een meteoriet naar zijn naam. Bezoekers worden geconfronteerd met verheerlijking van zijn persoon in teksten, opschriften en staatsieportretten.
Net als zijn Oezbeekse ambtgenoot Islam Karimov geeft Niazov blijk van afkeer van het islamitisch fundamentalisme. Zo is bijvoorbeeld het laten staan van een baard verdacht en dan ook verboden, zij het "om hygiënische redenen". Het praktiseren van religie staat ook onder druk. Zo zijn onder Niazovs regering verschillende religieuze gebouwen, zoals hindoetempels, kerkgebouwen en moskeeën in beslag genomen en/of gesloopt.
Bij de dood van Niazov eind 2006 werden zijn taken overgenomen door vicepremier Gurbanguly Berdimuhammedow. Parlementsvoorzitter Ovezgeldy Atayev, die in principe waarnemend president zou moeten worden, werd buiten spel gezet door een strafzaak, die kort na de dood van Niazov tegen hem werd aangespannen. Op 11 februari 2007 werden presidentsverkiezingen gehouden, waarbij de bevolking kon kiezen uit 6 kandidaten, die allemaal behoorden tot de naaste kennissenkring van Niazov. Berdymukhamedow was volgens de grondwet uitgesloten van deelname, maar de volksraad hief deze beperking op en riep iedereen op om op Berdimuhammedow te stemmen, waarna hij met bijna 90% van de stemmen werd verkozen tot nieuwe president van Turkmenistan. Een van zijn beloften was het vrij toegankelijk maken van het internet, waarop kort daarna het eerste internetcafé in de hoofdstad Asjchabad opende.

De islam en de Russische Orthodoxie zijn de enige toegestane godsdiensten in Turkmenistan. In 1999 werden een kerk van de zevendedagsadventisten en een tempel van de Hare Krishna-beweging van overheidswege gesloten.
Volgens verscheidene groeperingen, waaronder Amnesty International en Human Rights Watch, worden de mensenrechten en de godsdienstvrijheid in Turkmenistan ernstig geschonden.

De eerste parlementaire verkiezingen voor het parlement werden gehouden op 14 december 2008, met een tweede ronde op 28 december. Verder was er een herkiezing op 8 februari 2009. Het zijn de eerste verkiezingen sinds de Turkmenen onafhankelijkheid verwierven.
In de grondwet is nu ook opgenomen dat meerdere partijen -en dus andere partijen dan de Democratische Partij van Turkmenistan- mee mogen doen aan de verkiezingen. Toch zijn er verder geen andere oppositiepartijen opgestart. En aangezien slechts een deel van het land mag stemmen, verkleint dat de kansen voor de oppositie aanzienlijk.
Bijna alle kandidaten lieten zich uit in het voordeel van de huidige president. Etnische minderheden, zoals die der Oezbeken, kregen geen toestemming om kandidaten mee te laten doen aan de verkiezingen. Volgens Human Rights Watch zijn de omstandigheden er niet naar om een vrije en eerlijke verkiezing te houden ...
De verkiezingen waren ook de eerste waarbij buitenlandse Turkmenen konden stemmen. Stembussen werden geopend in 27 steden, waaronder Wenen, Brussel, Moskou, Berlijn, Londen en Parijs